Wilgenhoutrups

R. Horvath

Wie rond 1 mei over de zomerkade in het Ridderkerkse Gorzengriend wandelt kan voor een rare verrassing komen te staan. Rond deze tijd verhuist namelijk de wilgenhoutrups. Soms kruipt het dier daarbij dwars over de kade. De rups ziet er niet zo aantrekkelijk uit als een normale rups. Een glad, week, geel met rosekleurig lichaam, ongeveer een vinger lang en een zwarte kop met een paar flinke kaken.

Wie zijn neus ophaalt voor een dergelijk dier zal bemerken dat hij een eigenaardige azijnachtige geur bij zich draagt. Volgens sommige boeken werd het dier zelfs door Romeinse soldaten als een lekkernij gezocht. Als je hem zou willen beetpakken moet je toch een beetje oppassen. Want zijn sterke kaken kunnen een flinke beet bezorgen, want met deze kaken vreet de rups zich een weg door wilg maar ook door populieren (ook abelen) of berkenhout.

Het beestje is nu op zoek naar een andere boom. Als we het volgen kunnen we misschien zien dat het zich onderaan een boom naar binnen vreet. Het liefst begint het bij een beschadiging aan de bast, zo’n beschadiging is vaak veroorzaakt door een grasmaaier. Schadelijk zijn de dieren wel want meestal zitten meerdere van deze rupsen in een boom. Met zijn allen zijn ze instaat een grote boom ten gronde te richten. De stam wordt volledig doorboort. Aan de buitenzijde zien we bij de boom verschillende circa 1 cm grote gaten met hier en daar wat op zaagsel gelijkend houtstof.

Nadat de rups zich twee of drie jaar heeft volgevreten , verpopt het zich aan de voet van de boom onder de schors. Als de vlinder in juli is uitgevlogen zijn de opengebarsten poppen die half uit de bomen steken door een goed speurder te vinden. De vlinder is plomp en grauwbruin en wordt tot de nachtuilen gerekend. Het vrouwtje heeft een vleugellengte van ongeveer 4,4 cm, het mannetje is iets kleiner. Het vrouwtje zet haar eitjes af op een boom waarvan de schors beschadigd is, zodat de rupsen in de boom kunnen dringen.

Tot slot moet vermeld worden dat de wilgenhoutrups niet alleen in de griend voorkomt, maar overal waar bovenstaande boomsoorten groeien kunnen we deze dieren ook aantreffen. In het openbare groen wordt een aangetaste boom zo snel mogelijk verwijderd omdat deze een besmettingsbron voor zijn omgeving vormt.