De gewone es (Fraxinus excelsior) wordt in snel tempo aangetast door de essentaksterfte.
Ongeveer 5 procent van de Nederlandse bomen bestaan uit deze inheemse boomsoort.
De es is belangrijk vanuit het oogpunt van de biodiversiteit. Zo’n 100 soorten planten, mossen en insecten zijn specifiek afhankelijk van de es.
Essentaksterfte wordt veroorzaakt door de invasieve schimmel het vals essenvlieskelkje.
Deze schimmel heeft zich in de jaren negentig vanuit Rusland, via de Baltische staten en Polen over Europa verspreid. In 2010 werd ze voor het eerst in Nederland geconstateerd. Daarna breidde de aantasting zich in rap tempo uit.
De sporen van de schimmel komen op het blad terecht. Via de nerven dringen ze de sapstroom binnen en blokkeren deze waardoor het blad verwelkt. Uit eindelijk komt de schimmel via de bladsteel terecht in de twijg. Jonge scheuten kunnen hierdoor snel afsterven. Dit is herkenbaar aan een donkere verkleuring van de bast. Door het afsterven van de bast ontstaan verwondingen ook op oudere takken.
Ieder jaar opnieuw worden de jonge takken geïnfecteerd.
De bomen raken verzwakt en worden vaak aangetast door de Honingzwam.
Bij harde wind kunnen uit de verzwakte bomen dikke takken afbreken en ook kan de boom omwaaien.
Er is geen remedie tegen de aantasting. Hopelijk ontwikkelen de bomen alsnog weerstand tegen de schimmelinfectie. Onderzoek richt zich op het vinden van de resistente bomen om die verder op te kweken.