Een soort Siamese tweeling
Twee eikenbomen naast elkaar opgegroeid. Op een afstand is duidelijk te zien dat ze samen een kroon vormen. Aan de gezamenlijke vorm is weer een eikenboom te herkennen..
Als een van de twee bomen sterft dan zal vaak ook de tweede boom het loodje leggen. De overblijvende boom is dan (tijdelijk) instabiel. De wortels en kroon zijn aan deze plots opgedrongen zelfstandigheid niet aangepast.
Door het wegvallen van de ene boom krijgt de wind vat op de overgebleven boom omdat de wind niet om de gesloten kroon heen zal worden geleid. Aan die ene kant heeft de overgebleven boom ook weinig of geen wortels ontwikkeld. Dat was ook niet nodig omdat ze in de luwte van de andere boom stond. Een boom kan maar langzaam reageren op de nieuwe situatie en de vraag is of ze daar de tijd wel voor krijgt.