Ruïne

De schijnruïne in het park van Huys ten Donck

htdruineHet park is in de “Engelse” landschapsstijl. Het ontwerp is na de aanleg gehandhaafd. Het doet heel natuurlijk aan, compleet met waterwerken, zoals kronkelende beken en diverse vijverpartijen.

Bij zo’n geromantiseerd landschap past ook de in 1777 gebouwde schijnruïne. Dit was een van de verrassingen in zo’n landschap. Men moest door verschillende doorkijkjes en bochten in de wandelpaden telkens verrast worden door het gebodene.Een wandeling door de landschapstuin moest bij de wandelaar verschillende stemmingen en associaties oproepen. De kunstmatige ruïne verbeeldt de vergankelijkheid.

In 1777 liet Mr. Cornelis Groeninx van Zoelen in het park deze klassieke ruïne bouwen nabij de oogvormige vijver.  Het idee voor dit sierelement in zijn tuin zou Cornelis Groeninx van Zoelen bij zijn bezoek begin jaren zeventig van de achttiende eeuw aan Engeland hebben op gedaan. De van oorsprong Italiaanse architect  J.  Giudici,  die in Rotterdam werkte, zorgde voor het ontwerp.
Het bouwwerk vertoont grote overeenkomsten Romeinse Triomfboog van Orange. Deze in klassieke stijl gebouwde ruïne is uniek in Nederland. Achter de gevel bevindt zich slechts een schuurtje.

Waarom een ruïne?
hoofdlesEr zijn twee verklaringen voor te geven die elkaar niet uitsluiten.
De ruïne zou gebruikt kunnen zijn bij rituelen van de vrijmetselaars. Al op de leeftijd van 22 jaar was Mr. Cornelis Groeninx  lid geworden van de Rotterdamse vrijmetselaarsbeweging La Persévérance. Via de poort kwam men in het bos er achter. Aan beide zijden van de poort staan twee “wachters”. Beide beelden hebben geen hoofd. Een ongeschonden beeld bij een toegetakelde ruïne is ook onwaarschijnlijk.   Beide beelden dragen een schild. Met de zon in een bepaalde hoek worden letters zichtbaar. De linker wachter draagt het opschrift  “Fabritius” en de rechter “Papirius”. Fabritius is de doener en Papirius is de bewaarder van de geheimen.

In de tijd van Cornelis Groeninx van Zoelen werd  tijdens de opvoeding van de kinderen van de elite veel aandacht besteed aan de klassieke literatuur en cultuur. Men kende zijn ‘klassiekers’.  De ruïne zou ons er aan moeten herinneren dat alles vergankelijk is.

achterglas

Gravure op glas van Johan Zeuner, ca 1780

In het huis hangt een achter glas aangebrachte schildering van Jonas Zeuner waarop te zien is dat de ruïne zich spiegelt in de vijver. Op de vijver varen drie scheepjes. Achter de ruïne is een hoog scherm van naaldhout te zien. De somberheid en donkerheid bewerkstelligen een melancholische sfeer, die zou aanzetten tot bespiegelingen over de betrekkelijkheid van het leven. Dit moest een gezelschap verleiden tot het uitwisselen van gedachten en overpeinzingen. Na een storm is in de vorige eeuw het naaldhout vervangen door loofhout. Het schilderij is mogelijk vervaardigd voordat de ruïne is gebouwd en diende om de opdrachtgever te laten zien hoe het zou worden. De beelden hadden hierop ook geen hoofd. Voor degene die dacht hier met vandalisme te maken hebben, dit is niet het geval. Een dergelijk bouwwerk wordt een “folly” of wel een bouwkundige dwaasheid genoemd dit omdat het bouwwerk geen duidelijke functie heeft.

Zo komt u aan een wandelkaart voor het Donckse Bos