Een natuurmonument in Hendrik Ido Ambacht.
Aart van Dragt
Adellijke en koninklijke dames hadden er in het verleden er nog al wat voorover om te voorkomen dat ze een gekleurd gelaat zouden krijgen, want dat stond zo ordinair. Men zou je voor een boerin aan kunnen zien of iemand die de hele dag op het land moest werken. Om niet de hele dag binnen te moeten zitten en toch van de tuin te kunnen genieten had men er iets op verzonnen. Een overdekte pad. Aan weerszijden van het pad werden op korte afstand van elkaar bomen neergezet die zo gesnoeid werden dat er een boog ontstond. Elke boom die een jaarlijkse snoei verdraagt is hiervoor geschikt. Zo’n berceau kunt u nog bewonderen in de tuinen van paleis Het Loo te Apeldoorn. Over een heel andere loofgang kunt u hieronder lezen.
De oorzaak van dit verhaal is een artikel van Peter Hol in het blad van de Bomenstichting over de langste perenberceau van Nederland. Je bent bomenliefhebber of niet. Daarom ga ik met het tijdschrift op de bagagedrager geklemd richting Vrouwgelenweg. Na de weg twee keer afgefietst te hebben kom ik eindelijk een tuinder tegen die mij weet te vertellen dat de perenloofgang vijftig meter voorbij “Rijks Zwaan” te vinden is. Het gaat om een 980 meter lange loofgang, maar vanaf de weg niets te zien. Nr 72 ziet er veel belovend uit, echter bezoek wordt niet op prijs gesteld blijkens de borden “prive” en “wacht u voor de hond” en tevens is het hek afgesloten met een groot hangslot. Later zal blijken dat dit het goede adres was. Tussen nr 84 en 80 loopt een pad langs een vervallen schuur. Aarzelend sla ik dit in, een eind verder moet ik nog een toegangshek door en dan gaat het verder over een graspad achter de percelen langs. Eindelijk zie ik de beschreven loofgang te midden van een nieuwe wildernis. Het is een al jaren geleden verlaten golfterrein. Hier heeft de natuur zijn gang kunnen gaan in afwachting van nieuwbouw die er ooit moet komen. Een vlakte met vele bloeiende grassoorten met hier en daar solitaire bomen en boomgroepen. Vooral de vele hoogstamfruitbomen vallen op maar ook staan er abelen, moerascypressen en ik zie er prachtige vlieren bloeien. In het terrein verscholen liggen enkele plassen waarin de gele lissen spiegelen, een dommelende reiger op de leuning van een brug. Ondertussen laten verschillende zangvogels zich horen en zien. En dan kaarsrecht, dwars door het gebied heen, de oude loofgang. In 1922 aangelegd op de hoofdas van een groot fruitbomenbedrijf.
Onder de bogen liep een spoorlijntje waarop de kweker zijn fruitoogst per lorrie kon afvoeren. Dat is nog eens een economische benutting van de ruimte. De eigenaar Speelman moet van zijn overkoepelde transportweg tonnen peren hebben geoogst. Het spoorlijntje is al vijftig jaar geleden verdwenen. Nu is het een overdekt wandelpad. Het zou een prachtige achtergrond voor een bruidsrapportage zijn. In 1990 is dit belangrijke cultuurhistorische erfgoed nog gerestaureerd. Hoewel het laantje indrukwekkend oogt is het aan een dringende onderhoudsbeurt toe. De bogen waaraan de leiperen zijn bevestigd zijn in doorgeroest en verbogen. Oorspronkelijk zijn hier 2200 peren geplant, zes verschillende soorten. Helaas vallen er in de bomenrij langzaam gaten omdat er ook bomen doodgaan. Maar ik zie de komende oogst aan de bomen groeien. Het gras onder en naast de loofgang is gemaaid. Het laantje wordt dus niet aan zijn lot overgelaten. De bomenstichting heeft de perenberceau op haar lijst van Nederlandse Monumentale Bomen gezet. Het terrein is nu eigendom van de gemeente Hendrik Ido Ambacht die het Perenlaantje in 2000 op de lijst waardevolle bomen heeft opgenomen. Dat betekent dat deze perenbomen blijven staan en goed onderhouden moeten worden. Inmiddels is er onderhoud gepleegd en zijn er waar nodig perenbomen vervangen. Het laantje moet straks een prominente plaats krijgen in de nieuw te bouwen wijk Volgerlanden. Want zo’n natuurmonument binnen de gemeente grenzen schept ook verplichtingen.