De Natuurvereniging Eiland IJsselmonde is niet enthousiast over het laatste herinrichtingsplan.
Voor wie het allemaal gemist heeft. Het Oosterpark zal opnieuw worden ingericht nadat de Rowdies een extra sportveld krijgen en langs de A15 een lang gekoesterde wens van bewoners van Drieviet in vervulling gaat met de komst van een geluidscherm. Het is een grootschalige en kostbare ingreep. Een geluidsscherm van 8.7 miljoen, de sportvelden en parkeerplaats van de Rowdies bij elkaar 2.3 miljoen, de kwaliteitsimpuls van het park is begroot op 3.4 miljoen (alles ex BTW). Wij vinden dat veel geld, gemeenschapsgeld! De werkzaamheden zullen over een periode van 10 jaar worden gespreid.
Het is een grote kans om invulling te geven aan de beloften van de in het vorig jaar door de raad omarmde Groenvisie. Het Oosterpark is de eerste test en ons oordeel over het huidige resultaat is helaas niet onverdeeld positief. In de Groenvisie wordt het belang van de biodiversiteit benadrukt:
‘Een rijke biodiversiteit ontstaat door een grote variatie aan groen en een variatie aan leefomstandigheden. Tegelijkertijd draagt variatie aan groen in grote mate bij aan de leefkwaliteit van de bewoners. Het gaat hierbij om zowel variatie in soorten als variatie in leefgebieden.’
Uit een landelijk onderzoek van Natuurmonumenten naar de wensen van de bezoekers komt naar voren dat de bezoekers hun voorkeur geven aan het scheidvlak van bos en open ruimten. In de in 2020 vastgestelde Groenvisie staat geschreven (blz. 54): ‘ Bewoners vinden de groengebieden soms saai. Meer variatie is dus gewenst. Met name het Oosterpark wordt regelmatig genoemd als ‘te verbeteren’.
Alles wijst er op dat het Oosterpark gevarieerder zou moeten worden. Vol goede moed presenteerde de gemeente een eerste ontwerp. Het plan toonde een grote afwisseling bosvakken, struwelen, grasvelden en water. Met verschillende overgangen er tussen. Een landschap waar de natuur beleefd kan worden en dat bij een goed beheer hoge natuurwaarden bevat. Maar naast een positief commentaar van het Beleidsplatform Natuur Milieu en Duurzaamheid oogstte het plan ook veel negatief commentaar.
Het plan werd daarom aangepast. Het parklandschap is vervangen door bosvakken. Water ingeruild voor nog meer bos. Meer van het zelfde, dus saaier en het levert ook nog minder aan biodiversiteit op.
Er van uitgaande dat er aan het huidige ontwerp niet veel veranderd zal worden is het belangrijk te kijken naar het onderhoud. Om deze grote investering goed te laten renderen is het van groot belang om een toekomstvisie te hebben en deze vast te leggen, opdat daarmee de ontwikkeling ook op langere termijn goed gestuurd en bewaakt kan worden. Door achterstallig onderhoud in het verleden zijn in een groot deel van de huidige boskavels de bomen uitgegroeid tot staken met een grote hoogte, een dunne stam en nauwelijks een kruin. Deze bomen kunnen zich niet meer herstellen. Dit had voorkomen kunnen worden door tijdig te dunnen. Het Gorzenpark is slechts 5 jaar ouder en is daar een goed voorbeeld van. Dankzij regelmatig dunnen is daar een echt bos gegroeid.
Tijdig dunnen (dat betekent regelmatig bomen kappen!) is dus essentieel.
Het toevoegen van overgangsgebieden om de biodiversiteit te vergroten. Dus geen hoge verticaal geschoren groene wanden meer langs fiets- en wandelpaden maar mantelzomen tussen bos, water en grasvelden. Dat is voor een belangrijk deel een kwestie van zorgvuldig en aangepast beheer.
Geadviseerd wordt om een beheerplan op te stellen met een beschrijving van het streefbeeld waar naar toegewerkt wordt en ook ‘toekomstbomen‘ aan te wijzen die tijdig vrijgesteld moeten worden zodat ze zich goed kunnen ontwikkelen. Door de onderhoudswerkzaamheden regelmatig (planmatig)uit te voeren worden grootschalige ingrepen die veel commotie veroorzaken zoveel mogelijk vermeden. Het beheer is dus heel belangrijk en daarom moet er voor het onderhoud en beheer over een lange reeks van jaren voldoende budget worden uitgetrokken. Want het park moet beter beheerd worden dan de afgelopen jaren het geval was, daar is men het over eens. Dat vastgesteld hebbende verbaast het ons te lezen in het ‘Voorstel Aanpak Oosterpark’ dat ‘De verwachting is dat de beheerlast van het Oosterpark na de voorgestelde aanpak ongeveer gelijk zal zijn aan de beheerlast van de huidige situatie’! Hoe wil de beheerder Staatsbosbeheer dat voor elkaar krijgen of is dit gewoon een weinig reële, erg optimistische inschatting? Of is dat, omdat het beheer dat leidde tot achterstallig onderhoud niet wordt verandert?!