Najaarstrek van de Purperreiger
Enkele jaren geleden ontdekten leden van de vogelwerkgroep van de Natuurvereniging IJsselmonde een tot dan toe onbekend fenomeen. De herfsttrek van de purperreiger. Sindsdien staan er op avonden dat er trek wordt verwacht in de maanden augustus en september elke avond, tussen 18.00 en 20.00 uur, een aantal leden van de werkgroep op de hoge puinberg in het recreatiegebied de Gorzen of op het uitkijkpunt in de Crezeepolder in Ridderkerk de overtrekkende purperreigers te tellen.
De purperreigers overwinteren langs de Nijl en in het midden van Afrika. Daar zijn reusachtige moerassen, die in het droge seizoen (onze winter) steeds verder uitdrogen, zodat de vis die erin leeft steeds dichter opeen gepakt zit. En dan is het voor de jager slechts wachten op de glinstering van de rug van een vis, die in het modderwater een kort moment zichtbaar is en dan toeslaan. In die moerassen bloeien de laatste jaren erg veel Aan woordenlijst toevoegen die de moerassen verstoppen. Dit wordt nog steeds bestreden met sproeivliegtuigjes, zodat alles in het moeras sterft. Maar gelukkig zijn er nog steeds purperreigers die dit overleven als ook de geweren van de Fransen en de Italianen.
Vroeg in het voorjaar komen ze dan weer terug in Nederland. Dit is het meest noordelijke gebied ter wereld waar de purperreiger broedt. Als er in maart of april nog strenge vorst komt is er geen voedsel voor deze vogels en sterven er alsnog een aantal. De dode vogels worden soms weer gegeten door vossen, die daarmee de natuur opruimen. Maar als alles goed gaat zullen er gemiddeld 3 jongen in het nest tussen het riet uit het ei kruipen en gevoerd moeten worden. De beide ouders houden met het voeren rekening met de leeftijd van de jongen. In het begin brengen ze alleen prooi mee in hun krop die voor peuter snaveltjes te behappen is. Dit zijn vooral insecten. Later wordt er prooi van groter formaat aangevoerd zoals vis, kikkers en ratten. Ze blijven nog een poosje voer aandragen als de jongen al zijn uitgevlogen zodat deze de kans krijgen zichzelf te bekwamen in het jagen op onderwaterwild.
In augustus begint de trek van de Purperreiger naar het Zuiden. Op de puinberg in de Gorzen is goed waar te nemen dat de Purperreigers samenkomen boven Kinderdijk. Uit noordelijke en oostelijke richting (hun broedgebieden zijn Nieuwkoopse plassen, Zouwegebied en Vechtplassen) vliegen ze aan op Alblasserdam. Hier wordt getreuzeld zodat uit het riet ook soortgenoten de gelegenheid krijgen om opstijgen en mee te trekken. Als de omstandigheden minder gunstig zijn daalt de hele groep neer bij de boezem van Kinderdijk om betere tijden af te wachten. Nadat de vogels zich hebben gegroepeerd oriënteren ze zich boven de Gorzen door enige tijd rond te cirkelen en hoogte te winnen. Daarna vertrekken ze in Zuid westelijke richting voor de grote reis. Soms kan het gebeuren dat nog even wordt gewacht op een achterblijver. De oudere vogels die het eerst vertrekken (tussen half augustus en half september) zijn wat resoluter in het kiezen van de koers. Groepen jonge vogels, die na half september, vertrekken aarzelen vaak of komen terug om alsnog de goede koers te bepalen.
Op mooie warme windstille en onbewolkte avonden is de trek het grootst. De groepen varieerden in sterk in grootte. Ze kan bestaan uit enkele exemplaren maar er zijn ook groepen geteld van meer dan 75 exemplaren. In augustus en september worden ongeveer tussen de 500 en 600 purperreigers waargenomen. Dat is ongeveer dertig procent van de Nederlandse populatie aan purperreigers.