Aart van Dragt
De eerste muskusrat is in 1941 in Valkenswaard gevangen. Doordat het dier holen graaft langs watergangen worden dijken en kaden beschadigd. In 2004 werden er 400.000 stuks gevangen! Sindsdien neemt het aantal gevangen dieren af. In 2015 werden er 88.650 dieren gevangen.
De nog kale Carnisse grienden langs de Oude Maas worden door een koud winterszonnetje in een gele gloed gezet. Slechts de katjes aan de wilgen laten zien dat het voorjaar nadert. Vlak voor me rijst uit het struikgewas een groen manspersoon op, die met een paar hoge rubberlaarzen de steile oever van de zomerkade op klautert.
In plaats van in de griend hun kostje van wortels en kruiden bij elkaar te schrapen, gaan ze liever op bezoek bij een tuinder. De muskusrattenvanger vertelt dat de tuinders weten welke rassen van bijvoorbeeld spruitjes hun voorkeur niet hebben. Deze rassen zetten ze dan tien rijen dik langs de rand van hun perceel. Maar een slimme muskusrat blijkt dan de eerste tien rijtjes met rust te laten en begint z’n maaltijd pas bij het elfde rijtje.
De muskusratten zijn nakomelingen van vijf van deze pelsdieren die een Oostenrijkse graaf tachtig jaar geleden uit Noord Amerika mee naar huis nam. Een jaar nadat hij ze losliet schoot hij er binnen korte tijd meer dan dertig. Na tien jaar schatte men het aantal dieren in een straal van 100 kilometer op meer dan twee miljoen! In 1941 werd de eerste muskusrat in Nederland gesignaleerd. Eind jaren zestig dook het dier in Zuid-Holland op. In de rietkraag was een dor heuveltje van riet en andere waterplanten te zien. In zo’n nest waarvan de ingang onder water ligt kan 3 a 4 keer per jaar 5 tot 6 jongen worden geworpen. Vandaar dat onze muskusrattenvangers het zo druk hebben.