Geen gemier
Riet van de Water
In de vakantie nog last gehad van mieren? Ga even rustig zitten na een flinke wandeling en gatver er kruipen ook mieren op die plek. Je kunt alles nog zo goed afsluiten en toch weten ze de weg naar de suikerpot of de jam wel te vinden. Natuurlijk, mieren kunnen soms lastig zijn maar misschien helpt het als we iets meer van mieren weten…
Wij denken dat de biologische ontwikkeling in de natuurgebieden vnl wordt beïnvloed door grote grazers, zoals pony’s en runderen. Dat is in zoverre waar dat zij dat zeker niet alleen doen. De invloed van ongewervelde dieren op het leven in bossen is vele malen groter. De invloed van de grote grazers daarentegen zou wel eens zeer slecht kunnen zijn voor de mieren, zandloopkevers en dergelijk grut. De invloed die b.v. mieren uitoefenen op de dynamiek in een bos is van groot belang. Bij b.v. zomereik, zwarte populier, esdoorn en zwarte den kan het gebeuren dat deze bomen ongeveer 1 meter boven de grond scheuren en omknakken. Dit komt dan doordat de houtmierenkolonie de stam op die plaats het meest heeft uitgehold .Deze mierensoort zorgt op zo’n manier voor de hoognodige verjonging in een bos omdat een verder gezonde boom met al zijn takken andere bomen meesleept in zijn val. Maar er zijn nog maar erg weinig houtmieren in de nederlandse bossen. Sommige mierensoorten verspreiden zich gemakkelijk, zoals de wegmier en de rode steekmier. Maar de meeste mieren kunnen zich slecht verspreiden omdat ze daarvoor meerdere speciale voorwaarden moeten hebben. In de jonge bossen in ons land is het aantal soorten mieren erg klein. Het z.g. hygiënisch bosbeheer heeft kolonisatie verhinderd. Voor de houtmier is het nogal ingewikkeld om een juiste plek te vinden voor kolonisatie. Als een bevrucht vrouwtje een nieuw bos zou kunnen bereiken, dan moeten daar wel de juiste bomen staan met de juiste bladluizen, maar zelfs dat is nog niet genoeg. Er moet ook nog eens een kolonie bestaan van de gele schaduwmier. Daar zal ze binnendringen, de koningin doden en de kolonie overnemen met inbegrip van de aanwezige werkmieren. Er worden dan alleen houtmieren geboren (De vrouwtjes van de gele schaduwmier doen precies hetzelfde bij een kolonie van de wegmier of de humusmier).
mierennest
De open plekken, veroorzaakt door omgevallen bomen worden weer graag bewoond door de rode bosmieren en deze spelen een belangrijke rol in het eco systeem. Ze eten bladluizen en rupsen en andere insecten en zorgen er zo voor, dat er binnen een straal van 50 meter geen bomen worden kaalgevreten door rupsen. De mieren zelf vormen weer een lekker hapje voor o.a. de groene specht. Als takken en bomen blijven liggen in een bos zouden deze na een paar jaar al bewoond kunnen zijn door de humusmier, die dikke takken en dode stammen uitholt en daarmee de humusvorming versnelt. Dan zouden daarvan weer andere organismen kunnen profiteren . Helaas zijn er nog maar heel weinig humusmieren in ons land. Waar altijd takken en stammen uit het bos zijn verwijderd is de humusmier relatief zeldzaam. Ook de bos steekmieren en de behaarde slankmieren (pardon?) hollen omgevallen bomen uit om er kolonies in te stichten, die daarna weer bewoond zouden kunnen worden door andere soorten mieren. Helaas zijn ook deze mieren zeer zeldzaam geworden door het jarenlange aanharken van onze bossen. En om nu nog even terug te komen op de grote grazers, het is gebleken dat in de gebieden waar zij grazen veel mierenkolonies verstoord worden of zich niet kunnen vestigen en eigenlijk is dat heel jammer voor het eco systeem.