Sinistere sluiers
Aart van Dragt
Het is bijna moederdag en ik zag een hele boom prachtig ingepakt staan in een zilveren vlies. Strak zat het zilveren weefsel om het lijf van de boom. Het volgde elk bobbeltje van de schors en elk takje was keurig verpakt. Het leek wel een cadeautje alleen het kleurige strikje ontbrak nog. Even verder op zag ik nog zo’n verzilverde kale boom en toen ik goed keek zag ik wat struiken met aangevreten bladeren.
Wie er op let ziet in de maand mei op diverse plaatsen in het groen met grijze spinsels ingepakte takken. Het betreft bijna altijd een kardinaalsmuts of een vogelkers. Als we het spinsel van dichtbij bekijken zien we daarin honderden kleine rupsen. Deze rupsen eten onder dekking van het zelf geproduceerde spinsel de hele struik kaal. De bedoeling van het spinsel is de vogels af te schrikken. Toch wordt soms tot 30% van de rupsen door de vogels opgegeten, die juist in deze tijd veel insekten nodig hebben om aan hun hongerige jongen te voeren. Soms komt het voor dat de struik kaal gevreten is zonder dat de rupsen volgroeid zijn. Dan laten ze zich aan draden uit de struik zakken en proberen naar een zelfde soort struik te kruipen.
Deze zijn een welkome prooi voor de mieren die ze in hun spinsels niet kunnen bereiken. De rupsen sterven liever de hongerdood dan een andere plantensoort aan te vreten!
Even voor de langste dag zitten alle rupsen in kluitjes te wachten tot het moment dat ze verpopt zijn. Sluipwespen hebben op sommige rupsen hun eitjes gelegd en daaruit kruipen dan jonge sluipwespen. Maar ’s avonds kunnen we in eind juli en augustus rond de vogelkers of kardinaalsmuts de kleine witte vlindertjes met zwarte vlekjes op de vleugels zien rond vliegen. Ze worden stippelmotten genoemd. Ook zijn deze nachtvlinders wel overdag te zien. Ze hebben een fijne vacht van witte haren op hun lijfje, en ook op hun vleugels. De voorvleugels zijn wit, met een heel lichtgrijze, harige rand met zwarte stippen. De achtervleugels zijn lichtgrijs. Een paar dagen nadat, de met geurstof gelokte mannetjes, met de vrouwtjes hebben gepaard zetten ze hun eitjes af op takken van de voedselplant. De eitjes worden in een spinsel gelegd in een kluitje van ongeveer 25. Voor de winter komen de eitjes uit. De jonge rupsen overwinteren in de voedselplant. In mei wanneer het blad uitloopt kruipen de jonge rupsjes naar het nieuwe blad. Omdat na de langste dag alle rupsen, na vier vervellingen, volgroeid zijn en als vlinders weg vliegen, verschijnt begin juli aan de struik fris nieuw blad. Daarmee probeert de struik de achterstand weer goed te maken. Dit zogenaamde sint janslot is na de langste dag bij verschillende (boom-)soorten waar te nemen. In totaal zijn er acht soorten stippelmotten die van een zelfde oersoort afstammen. Ze zijn moeilijk te onderscheiden maar om het ons eenvoudiger te maken hebben elke soort een specifieke voedselplant die ze met hun spinsel verpakken. Mijn moederdag cadeau had dit jaar een meer bescheiden afmeting. Al is het al ingepakt het is toch ook lastig meenemen.