R. Horvath
Wie zijn neus ophaalt voor een dergelijk dier zal bemerken dat hij een eigenaardige azijnachtige geur bij zich draagt. Volgens sommige boeken werd het dier zelfs door Romeinse soldaten als een lekkernij gezocht. Als je hem zou willen beetpakken moet je toch een beetje oppassen. Want zijn sterke kaken kunnen een flinke beet bezorgen, want met deze kaken vreet de rups zich een weg door wilg maar ook door populieren (ook abelen) of berkenhout.
Nadat de rups zich twee of drie jaar heeft volgevreten , verpopt het zich aan de voet van de boom onder de schors. Als de vlinder in juli is uitgevlogen zijn de opengebarsten poppen die half uit de bomen steken door een goed speurder te vinden. De vlinder is plomp en grauwbruin en wordt tot de nachtuilen gerekend. Het vrouwtje heeft een vleugellengte van ongeveer 4,4 cm, het mannetje is iets kleiner. Het vrouwtje zet haar eitjes af op een boom waarvan de schors beschadigd is, zodat de rupsen in de boom kunnen dringen.
Tot slot moet vermeld worden dat de wilgenhoutrups niet alleen in de griend voorkomt, maar overal waar bovenstaande boomsoorten groeien kunnen we deze dieren ook aantreffen. In het openbare groen wordt een aangetaste boom zo snel mogelijk verwijderd omdat deze een besmettingsbron voor zijn omgeving vormt.