Aart van Dragt
Al ruim 25 jaar geef ik excursies in het park van Huys ten Donck. Op bijna al die excursies ben ik door de Beeldenlaan gekomen. Deze laan is de enige rechte laan in het park en heeft aan beide zijden een brede grasberm. De laan is van het bos afgescheiden door een rij eiken aan beide zijden van het pad. De beeldenlaan eindigt in een doorzicht door de windsingel aan de oostzijde naar de omgeving. Hier had men zicht op Slikkerveer. In het “venster” stond mogelijk ooit een tuinvaas of een tuinbeeld.
Hierbij vertelde ik het verhaal dat in het kasboek een post was opgenomen dat beelden waren geruild voor bomen waarschijnlijk omdat de formele tuinstijl naar de eisen van die tijd was veranderd in een meer landschappelijke stijl waar voor die beelden geen plaats meer was. De breedte van het pad is volgens een oude formule passende bij de formele vroeg achtiende eeuwse tuinstijl dusdanig gekozen dat er drie personen naast elkaar kunnen lopen zodat in een gezelschap niemand alleen behoeft te lopen. Maar dit hele verhaal staat nu op losse schroeven.
Er is een rapport verschenen over een reconstructie van het Engelse werk. Daarin stond een kadasterkaart afgebeeld uit 1875, met daarop ingetekend een padenstructuur waar te zien is dat alle rechte paden zijn verdwenen en dat er kronkelende paden voor in plaats gekomen zijn. Gezien de stijl wordt vermoed dat deze kronkelpaden dateren uit de eerste helft van de 19e eeuw. Vandaag de dag is in het terrein slechts een klein deel van de geschetste paden terug te vinden. Is het soms slechts een ontwerp geweest of is het een weergaven van een bestaande situatie? Maar als een bestaande situatie is weergegeven, wanneer is de Beeldenlaan dan aangelegd? Deze rechte laan is nu een betrekkelijk formeel element in het park in de landschapsstijl. Tussen 1929 en 1939 heeft de bekende tuinarchitect Leonard Springer de eigenaar van de buitenplaats Jonkheer Gerrit Willem Groeninx van Zoelen van advies gediend bij de renovatie van het park. Van de tuinarchitect is bekend dat hij respect had voor oude structuren. Mogelijk heeft hij voor de Beeldenlaan terug gegrepen naar de plattegrond van het park zoals aangegeven op de kaart van 1781. Maar over zijn bemoeienissen met Huys ten Donck zijn alleen brieven en geen schetsen van zijn hand bekend.
Of er in de Beeldenlaan ooit beelden hebben gestaan is onzeker, er is nog geen afbeelding bekend waarop iets dergelijks is te zien, ook niet van de hierboven beschreven tuinvaas of beeld in het “venster” op Slikkerveer. Blijft de vraag over, hoe is de Beeldenlaan aan zijn naam gekomen? Daarnaast blijft er nog een klein raadsel over. Hoewel de Beeldenlaan de indruk van een laan geeft, staan de twee bomenrijen niet zuiver in het gelid. Bovendien variëren de plantafstanden in de rij. Hoe heeft dit kunnen gebeuren?