Vlinders in de tuin, dat wil iedereen.
Maar wat moet je doen om dat voor elkaar te krijgen?
Laten we voor op stellen welke vlinders er in uw tuin komen, ligt net zoveel aan de omgeving als aan uw tuin. Want de meeste vlinders leggen geen grote afstanden af.
Vlinders zelf komen op nectarplanten af, maar hebben voor hun voortplanting zgn. waardplanten nodig. Daarop zetten ze de eitjes af waaruit de rupsen komen. Dus ook deze zullen in de omgeving moeten groeien. Waardplanten groeien vaak al in de plantsoenen, zoals brandnetel, look zonder look, pinksterbloem, klimop, kardinaalsmuts, vuilboom, hulst en wegedoorn.
Welke vlinders kunt u in deze stedelijke omgeving te zien krijgen? Kleine vos, Dagpauwoog, Citroenvlinder, Klein en Groot koolwitje, Klein geaderd witje, Boomblauwtje, Zwartsprietdikkopje, Kleine vuurvlinder, Icarusblauwtje, Hooibeestje, Argusvlinder, Landkaartje en Gehakkelde aurelia. Een Distelvlinder op uw vlinderstruik behoort ook tot de mogelijkheden.
Met de volgende planten kunt u ze in uw tuin lokken; Vlinderstruik, Verbena bonariensis, Beemdkroon, Damastbloem, Hemelsleutel (Sedum spectabile) Herfstaster, Koninginnekruid, Lavendel, Muurbloem, enkelbloemige afrikaantjes, Marjolein, Tijm, Kattestaart, Kogeldistel, Kranssalie.
U ziet er is keus genoeg om ook voor vlinders een aantrekkelijke tuin te creëren.