Kastanjebomen dreigen te verdwijnen uit Ridderkerk
De kastanjebomen staan in bloei. Voor de goede orde, we hebben het over de wit bloeiende Paardenkastanje. De Tamme Kastanje is een andere soort en zelfs geen familie van de paardenkastanje. De Paardenkastanje familie heet (Hippocastanaceae) en de Tamme Kastanje wordt ingedeeld bij de beukenfamilie (Fagaceae).
Een rijtje bloeiende kastanjebomen is een prachtig gezicht. De neerhangende takken buigen aan het eind omhoog en tonen hun rechtopstaande “kaarsen” boven het jonge bladgroen. Deze ”kaarsen” bestaan goed beschouwd uit tientallen afzonderlijke bloemen. De bloemen hebben een honingkenmerk om de insecten, vooral hommels, de weg naar de nectar te wijzen. Deze vlek is in eerste instantie geel maar kleurt na een dag rood. Hierdoor weet de hommel bij welke bloem hij moet zijn.
De wit bloeiende Paardenkastanje is geen boom die hier van nature in ons land voorkomt. De boomsoort is in de is afkomstig uit de Balkan en Klein-Azië. De eerste boom is in 1608 in de Leidse Hortus aangeplant. Een Witte Paardenkastanje is een gemakkelijke boom, stelt weinig eisen aan de bodem, alleen is de boom gevoelig voor strenge vorst. De boom werd dan ook al snel populair. Eerst verschenen ze in de tuinen van edelieden en nu kunnen we ze overal langs de straten en op pleinen aantreffen. Nog wel, want helaas hebben ze de laatste jaren steeds vaker te kampen met nieuwe ziekten en plagen.
Het begon met de kastanjemineermot die de bladeren aantast. Tussen de onderzijde en bovenzijde van het blad vreet het motje het bladgroen weg. Waarna de bladeren verdorren. Deze ziekte komt uit het Z.O. van Europa en heeft zich sinds 2001 razendsnel over Nederland verspreid. Sinds 2004 worden paardenkastanjes in bijna heel Nederland aangetast door een mysterieuze bloedingsziekte. Het is een door bacterie veroorzaakte bastinfectie. De boom probeert met vocht de ziekteverwekker te verdrijven. Hierdoor verschijnen donkere plekken op de stam waaruit een bruin rode substantie lekt. In de loop van de tijd laat de bast op verschillende plaatsen los. Door bastafsterving stagneert de sapstroom en gaat de boom dood.
Ook in Ridderkerk gaat het niet goed met de Kastanjebomen. Sinds de bloedingsziekte uitbrak heeft de gemeente al tientallen Paardenkastanjes moeten ruimen. De verwachting is dat de komende twee tot drie jaar nog eens 350 Paardenkastanjers uit het gemeentelijke groen gekapt moet worden. Daarmee verdwijnt de Paardenkastanje uit ons straatbeeld want nieuwe worden niet meer aangeplant.
Wie daarna nog een Paardenkastanje wil zien kan terecht in het Donckse bos. Want op een enkele zieke boom na zijn daar alle Paardenkastanjers (nog) gezond. Dit doet het vermoeden rijzen dat de standplaats van grote invloed is op de weerstand tegen de bloedingsziekte. Door een goede groeiplaats verkeerd de boom in een betere conditie en kan daardoor beter weerstand bieden tegen ziekten en plagen die hem bedreigen. Hierin schuilt een nog beetje hoop voor de toekomst van de Witte Paardenkastanje in ons land.