Het nieuwe jaar moest nog beginnen en ik zag de eerste bomen al bloeien.
Het waren elzen. Een els is een gemakkelijk herkenbare boom met een rechte stam en takken die bijna loodrecht op de stam staan en naar boven toe gelijkmatig korter worden. De hele boom krijgt naarmate het seizoen vordert een diepe paarsbruine tint. Maar het best herkenbaar is de boom aan de trosjes oude elzenproppen en de bladknoppen die op steeltjes staan, wat geen enkele andere boom heeft. Wie eens wil kijken, nabij de Gorzen staan eind december langs de Rotterdamse weg al de elzen te bloeien en ook langs de Leklaan in Bolnes en aan het begin van de Reyerweg in Slikkerveer zie je de lange mannelijke geelbruine meeldraden al van verre hangen. Deze zeer bloeiende els is de Alnus spaethii. De Alnus x spaethii is ontstaan uit een kruising van Alnus japonica of Japanse els en Alnus subcordata of Kaukasiche els. Dit vond in 1908 plaats bij Spaeth in Berlijn en dit verklaart zijn naam.
Vroeg bloeiende elzen zijn vaak afkomstig uit zuidelijker streken. . Er zijn ruim 30 soorten elzen, waarvan er slechts 1 soort, de Zwarte els, komt van nature in ons land voor. Maar veel uitheemse soorten worden in ons land aangeplant langs wegen en straten maar ook in parken. De inheemse Zwarte els zul je daar niet tegen komen want die groeit liever in een drassig gebied. Vaak zie je die langs slootkanten staan. De gevleugelde zaadjes die uit de proppen komen drijven (door een luchtkamertje) geruime tijd op water en kunnen zich op deze wijze ver van de boom verspreiden. In de winter zien we onder de els vaak sijzen scharrelen opzoek naar deze vruchtnootjes. Ook mezen zijn er gek op. Een els is een fraaie boom, toch had de boom in het verleden geen goede naam. Want er was wat vreemds mee. Als een els wordt gekapt dan verkleurt op het breukvlak het witte elzenhout oranje rood. Voor wie er gevoelig voor is ziet in een pas gekapt elzenbosje allemaal bloedige stompen. Hier waren kwade krachten aan het werk meende men.
Het hout is bij gebruik onder water zeer duurzaam. Een andere bijzondere eigenschap van elzen is dat ze het vermogen bezitten om stikstof uit de lucht in de bodem op te nemen.. Bij hun wortels vormen met behulp van bacteriën stikstofknolletjes. Soms zo groot als een erwt, bij oude bomen zo groot als een vuist. Zo’n bolletje bevat miljoenen bacteriën. Ze veranderen stoffen zodat ze door de boom benut kunnen worden. Behalve vlinderbloemige gewassen is de els de enige boom die dit kan. Bosbouwers maken van elzen gebruik om de bodemvruchtbaarheid te verhogen. Ook maken de wortels de grond los en het blad de bodem humusrijk.
Elzen worden gemiddeld niet ouder dan 80 tot 100 jaar. Maar elzen die regelmatig gesnoeid worden kunnen veel ouder worden. Jac P. Thijsse schreef in de jaren twintig vorige eeuw dat hij op volwassen leeftijd nog nooit een volgroeide els gezien had. Elzen stonden er toen ook genoeg maar ze werden altijd gesnoeid omdat de takken als geriefhout voor allerlei doeleinden gebruikt werden.
Gelukkig kunnen we nu overal genieten van deze prachtige boom. Als je zo’ n bloeiende els ziet ga dan eens op zoek naar de vrouwelijke bloempjes, die er uitzien als kleine, rode peertjes. Ze zijn te vinden aan de zelfde boom waaraan de meeldraden hangen. Deze “peertjes” groeien in de zomer uit tot een groene, kleverig prop, die later bruin wordt en tenslotte de zaden er uit zijn gevallen tot zwart verkleurt. Oud en nieuw zijn aan de zelfde boom te vinden.