Ruige natuur op eiland Brienenoord.
Aart van Dragt
Waar vind je in het dicht bebouwde Rotterdam nog zoveel echte natuur. Om hier te struinen dien je over woudlopersinstincten te bezitten. Chaotisch slingerende paadjes door dichte brandnetelvelden, bukken en klauteren door het donkere wilde wilgenbos. Hier staat een grote variatie aan boomsoorten. Een keur van wilde planten groeit er. Zeker 45 vogelsoorten maken regelmatig gebruik van dit eiland. Ja, hier je midden in Rotterdam,kun je je in de wilde natuur wanen.
Het eiland (21 ha groot) is ontstaan op een zandplaat in de Nieuwe Maas voor IJsselmonde. In eerste aanleg waren er twee platen die in het begin van de 19e eeuw in de bocht van de Nieuwe maas op kwamen. De aarde van de Slijkplaat werd op de Groenplaat overgebracht zodat er een eiland ontstond. Het eiland ontleent zijn naam aan Baron van Brienen die het in 1847 kocht en er samen met zijn zoon een zalmvisserij vestigde. In 1880 werden er zelfs 100.000 zalmen gevangen; het Kralingseveer was van 1850 tot 1927 het centrum van de zalmvisserij.
Zalm was zo’n gewone vis dat de dienstboden in het dorp IJsselmonde bij het aannemen van hun betrekking afspraken maakten dat ze slechts een keer per week zalm wilden eten. Maar in het begin van de 20ste eeuw stortte de zalmvisserij in. Daarvoor waren drie oorzaken aan te wijzen: Doordat op veel plaatsen lange netten dwars op de rivier waren gespannen bereikten te weinig zalmen de paaigronden. Deze bovenstroomse paaigronden verdwenen steeds vaker door inpoldering. De toenemende vervuiling van het rivierwater was de laatste dooddoener.
De laatste jaren is er aan deze oorzaken veel verbeterd. Hopelijk zwemt er straks weer zalm de rivier op. In de tijd van de zalmvisserij werd op het eiland een terp aangebracht, zodat de paarden die de zware netten moesten trekken ook bij hoog water droog konden staan. Later in 1918 werd op de terp een machinefabriek gebouwd. In de jaren dertig ging deze failliet en de grond kwam in bruikleen van de clubhuizen de Arend en de Zeemeeuw. Deze vingen hier de bleekneuzen uit de Afrikanerwijk en de Hillekop op. In de oorlog stonden de Duitsers toe dat er een volkstuincomplex kwam.
De Duitsers gingen en de volkstuinders bleven. Pas sinds 1980 is het openbaar en kan er vrij gewandeld worden. De deelgemeente IJsselmonde had er een weinig onderhoud vergend en natuurlijk aandoend wijkpark aan. Een reden om er zuinig op te zijn, zou je denken. Maar sindsdien zijn allerlei plannen de revue gepasseerd: Op het eiland ligt een bouwdok uit de jaren zestig dat resteert van de bouw van tunnelstukken voor de metro. Er bestonden plannen het bouwdok op te vullen met verontreinigde AVR-slakken. Dit is gelukkig niet door gegaan. In 2005 is het bouwdok opgevuld met grond die vrijkwam bij het graven een waterberging in het Zuiderpark . De diergaarde Blijdorp wilde het eiland ooit kopen. Er zouden woningen gebouwd worden. In 1993 rees zelfs het idee om er Japanse tuinen op aan te leggen. In de een en twintigste eeuw waren er plannen voor de bouw van een groot hotel op de westpunt. Door het inzakken van de economie werd dit plan “voorlopig” in de koelkast gezet. Zoveel plannen kwamen en zoveel plannen gingen.. Ondertussen ontwikkelt er zich aan de Nieuwe Maas een prachtig stukje natuurgebied. De bewoners van de wijk hebben de natuur voor hun deur en kunnen zich niets beters wensen.
Het Zuid-Hollands Landschap was van 2003 tot 2020 de beheerder.
maar sinds 1 januari 2020 staat de gemeente Rotterdam aan het roer.
En dat is te merken. Het beheer van het Zuid-Hollands landschap kenmerkte zich voornamelijk tot niets doen. Er werd niets aangeplant. De natuur kon zijn gang gaan. De Schotse Hooglanders graasden en snoeiden en bepaalden daardoor wat waar kon groeien. Het verhoogde de afwisseling. Met de tijd werd het gebied steeds gevarieerder en natuurlijker. Flora en fauna gedijde en steeds meer mensen kwamen om ervan te genieten.
Onder de Brienenoordbrug deelt een slingerdende getijdegeul deze oostelijke punt van het eiland in tweeën. Twee keer per dag perst het water zich door deze geulen en zal er een eigen vorm aangeven. Het verschil tussen eb en vloed is hier wel anderhalve meter. In 2021 is het getijdegebied zelfs uitgebreid en kwam er een uitzichtpunt bij. Hier is de ontwikkeling van de zoetwatergetijdennatuur goed te volgen.
In 2020 / 2021 vond er op het eiland een flinke ‘verbouwing’ plaats. Het Eiland Van Brienenoord werd onderdeel van het Rondje Stadionpark, een route van vijf kilometer door IJsselmonde. Er kwam een brug bij en daarnaast een geasfalteerde route over het eiland naar de andere brug. Ook werd het getijdegebied uitgebreid. Aan de oost- en westzijde van het eiland kwam een aanslibzone.
De gemeente Rotterdam toog met opgestroopte mouwen aan het werk. Er werden bergen verzet. Een hoge heuvel aan de oostzijde werd afgegraven ten faveure van uitbreiding van het getijdegebied. Aan de westzijde werd een nieuwe heuvel opgeworpen. De hoge heuvel aan de oostzijde had zich dankzij het beheer van jarenlang niets doen ontwikkeld tot een kleurrijke bloemenzee. Op de nieuwe heuvel krijgt de natuur geen kansen om zijn kunsten te tonen. Want de hovenier heeft de mouwen op gestroopt en de heuvel met struiken en bomen beplant. Bij elke boom staan drie paaltjes om hem overeind te houden.
En daar bleef het niet bij. Overal zijn bermen, hoekjes en gaatjes met bomen en struiken beplant. Voorkomen moest worden dat de natuur een eigen invulling zou geven. Sterker nog, op het westelijke deel van het eiland is om de meer spontane natuur een hekwerk van kastanjehout geplaatst, met roosters in de doorgang. Dit moet de Schotse Hooglanders buitensluiten om te voorkomen dat deze ruige, stoere binken het door de hovenier zorgvuldig aangelegde groen op geheel eigenwijze in spontane natuur omtoveren.
Maar wie denkt dat het alom kommer en kwel is heeft het mis. Met de verbouwing zijn er
hoogteverschillen toegevoegd en dat zal velen aanspreken. Naast het Zuiddiepje is een brede
nevengeul gegraven. Hier zal de natuur zijn eigen invulling aangeven. In het getijdegebied zagen we
het werk van de bever. Drie pas aan geknaagde bomen; een stukje evenwichtskunst. Ze stonden als
vers geslepen potloden nog overeind. Maar morgen kan het weer anders zijn. Het eiland van
Brienenoord is nooit af.