Aart van Dragt
Hoewel de donkere wolken dreigen besluit ik de waarschuwing in de wind te slaan.
Het begint al te regenen als ik Spijkenisse passeer. Maar het hoost als ik over de Haringvlietdam rij.
Ik besluit eerst een kijkje in de vogelkijkhut ’t Kiekgat te nemen. Een visser tussen het riet verscholen kijkt mij van onder zijn enorme paraplu verbaasd na. Wie trekt er nu met zulk een weer de natuur in?
De regen roffelt op het dak van de vogelkijkhut. Als ik de klep neer laat zie ik dat de regen van een spinnenweb een parelsnoer heeft gemaakt. Door de beslagen glazen van de kijker turend zie ik gelukkig vele vogels op de plas. Kleine vogels met een gestreepte kop vallen op omdat de snavel zeker half zo lang als het lichaam is. Die zoeken we even op..
Het vogelboekje blijkt nog in de auto te liggen.. twee kilometer terug! Gelukkig brengen de mooie vogelplaten op de wand uitkomst. Watersnippen!! De bezige baasjes peuren naarstig in de modder. Ik zie verschillende eendensoorten. Wilde eend, slobeend en een parelgrijze eend met oogstreep. Helaas hier bieden de muurplaten geen uitkomst.
De tijd verstrijkt. Ik blijf zitten, lekker droog, terwijl de wisselende intensiteit van de regen doet vermoeden dat de ene bui na de andere passeert. Zwaluwen scheren massaal laag over het water. Een enkele kluut maait met zijn snavel door het water. Een tureluur landt midden tussen de watersnippen en gaat ook staan jaknikken. Een der watersnippen is volgevreten en staat als een dikpropje verbaasd naar zijn lange snavel te staren.
Het regent nog steeds, maar het wordt lichter. Nog even wachten…
Ik besluit mijn belevenissen van die dag maar op te schrijven.