De invloed van planten op warmte.

 

Winterakoniet

Het klimaat veranderd. Echte winters zijn zeldzaam geworden. Het is half januari en het lijkt al wel voorjaar. De merels fluiten alweer volop. De eerste sneeuwklokjes en winterakonieten zijn al hier en daar te bewonderen. De reigers zitten al op hun nest. . De zachte winter met voor deze tijd van het jaar hoge temperaturen is er de oorzaak van. Want het uitlopen van planten en het uitbotten van bomen in de lente wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door de stijging van de temperatuur van de lucht en van de grond. De bodemwarmte heeft de grootste invloed op de groei, omdat de aarde de temperatuur langer kan vasthouden.

Nu is het niet zo dat planten direct beginnen uit te lopen als het weer net wat warmer begint te worden. Je zou de vreemde situatie krijgen, – laten we een beetje overdrijven, – dat tijdens een warme periode in januari de planten als een gek uitlopen en zij, voordat het lente is geworden reeds uitgebloeid zijn. Planten die normaliter in maart uitlopen, doen dat in januari bij eenzelfde temperatuur heel duidelijk niet. Dus ook niet als de temperatuur in januari uitzonderlijk hoog zal zijn.

We moeten er dus van uitgaan dat er meer factoren zijn dan warmte, die de groei beïnvloeden. Laten we ons hier echter tot de factor warmte beperken. Natuurlijk hebben we allemaal wel de ervaring dat ieder soort plant zo zijn eigen specifiek moment van uitlopen heeft. Voor de een (zoals het Sneeuwklokje en de Winterakoniet) is dat al heel vroeg in het voorjaar, eigenlijk is het dan nog winter. Voor de andere soorten begint de groei later tot veel later. Zo hebben we dus, behalve misschien in een deel van de winter, het hele jaar door groeiende en bloeiende planten.

Zou het zo kunnen zijn dat de ene plantensoort wat meer en wat langer warmte nodig heeft om tot groei en bloei te komen dan een ander? Wel dat is zo! Voor iedere soort is er een specifiek moment van bloeien aan te geven. Dat moment van bloeien wordt bepaald door vanaf 31 januari de som te nemen van de dagelijkse gemiddelde temperatuursmetingen. We noemen dat de temperatuursom. Wat verstaan we onder de temperatuursom? Bij de bepaling van die temperatuursom wordt uitgegaan van het aantal uren dat de temperatuur per dag boven de nul graden uitkomt. Dat wil zeggen, zodra de temperatuur boven de nul graden Celsius uitstijgt, wordt het in de berekening van het gemiddelde van die dag meegenomen. Deze daggemiddelden, gerekend vanaf 31 januari, worden bij elkaar opgeteld. Pas als een bepaalde temperatuursom is bereikt, gaat de plant bloeien.

Overigens is het best aardig om de data op te schrijven wanneer u het eerst een bepaalde plant zag bloeien. Als u dat meerdere jaren doet kunt u met de bij het KNMI opgevraagde dagtemperaturen controleren of u tot dezelfde vaststelling komt als de onderzoekers. Zodra de temperatuur zakt treedt bij al die voorlopers een tijd van stilstand op. Een koude golf kan voor bij die vroegelingen wel schade veroorzaken. Want ze hebben hun normale bescherming tegen strenge vorst al afgelegd en kunnen nu bevriezen. Maar zo vroeg in het jaar zal vorst nauwelijks economische schade aan gewassen kunnen aanrichten.