Aangespoeld

 

Aart van Dragt
Een wandeling op een zomerse dag in de duinen maakt dorstig.. Het zijn ook brede duinen daar op westpunt van Texel. Op een bankje ledig ik een blikje drinken.

Waar laat ik het blikje? Geen prullenbak, dus meenemen want zo ben je opgevoed. Het plakkerige blikje eerst in de hand en wat later toch maar in de rugzak. Helaas heb ik vergeten om een plastic zakje mee te nemen. Na de laatste duintop is daar eindelijk de zee en het strand. En daar, te midden van al het aanspoelsel, staat een vuilnisbak. Met een beetje lullig gevoel, gooi ik daar mijn blikje in. Binnen vijftig meter, twee jerrycans half gevuld met “marine” dieselolie, een groentekrat, een autoband, pallets van hout en plastic, touwen en kabels. Waar blijft nu Sil de strandjutter?

Op deze plaats groeit Texel nog steeds aan. En dat is eigenlijk ook geen wonder; op het brede strand valt het door de wind meegevoerde zand neer in de luwte van een obstakel. Soms zijn het takken die Rijkswaterstaat daarvoor in de grond heeft gestoken, vaak is het de rommel die is aangespoeld. Op verschillende plekken heeft het strand een groene toets, het is Zee postelein dat met kleine groene bloempjes bloeit. Ook dit plantje is een prachtige zandvanger. De duintjes groeien. Het biestarwegras dat meer langs de vloedlijn groeit zal evenals de stugge helm op de op deze wijze ontstane duintjes vastleggen als tenminste de zee niet alles weer heeft weg gespoeld. Tussen andere strandvondsten op het strand liggen opvallend veel oranje chemiehandschoenen, ik zet ze hier en daar op een stokje in het zand. Die rechtop staande oranje handjes vangen straks zand en helpen zo mee om Texel nog groter te laten groeien.

Op een aangespoelde boomstam schrijf ik dit verhaaltje op. Als ik mijn bloknoot in de rugzak wil stoppen, vallen mij de pijlen in het zand op. Poot afdrukken die de meeuwen hebben achter gelaten. De pijlen wijzen waar ze vandaan zijn gekomen. De vraag is, voor wie zijn ze bedoeld, wie volgt deze pijlen?..