Historie van de Werkgroep Leefbaar Ridderkerk

Uit de notulen van de ledenvergadering van deze werkgroep blijkt dat zij formeel werd opgericht op 1 december 1977. De eerste voorzitter werd.. hoe kan het anders .. de rebel van 24 maart Rob Snijders, (zie de historie van Stichting Natuurbehoud Ridderkerk) terwijl diens supporter Kjell Nilsen het secretariaat op zich nam.

De werkgroep stelt zich als doel:

“De bewustmaking van de inwoners van Ridderkerk en daarbuiten ten aanzien van de milieuproblematiek. Het ondernemen van acties wanneer daar voldoende aanleiding toe bestaat en het ondersteunen van acties van andere groeperingen op dit gebied.”

excursie

Excursie

In een verslag wordt melding gemaakt dat het gros van de leden van de Stichting Natuurbehoud ‘overliep’ uit onvrede met de gang van zaken in de stichting die ondanks herhaald aandringen niet verbeterd werd. Veel frustratie heeft de scheuring kennelijk niet opgeleverd. De gemeenschappelijk gekoesterde idealen waren kennelijk belangrijker dan de gevoeligheden, want in 1978 kwamen de Stichting natuurbehoud Ridderkerk en de Werkgroep Leefbaar Ridderkerk samen in actie tegen plannen van het Rijk, om in het kader van dijk verbetering van de Alblasserwaard en ten behoeve van de z.g. zesbaksduwvaart, de Noord te verbreden ten koste van de Gorzengriend. Samen maakten ze in oktober 1978 een rapport over het belang van het behoud van de Gorzengriend, dat mede namens de werkgroep door de stichting aan diverse betrokken instanties werd toegezonden. (Deze verbredingsplannen zijn omstreeks 1980 doodgebloed.) Na deze korte opleving geraakte de Stichting Natuurbehoud in een ‘sluimertoestand’. Het jeugdige elan was overgegaan naar de Werkgroep Leefbaar Ridderkerk en de gangmaker van de Stichting, J van Trommel verhuisde naar Vorden. Hoewel strek gedecimeerd, heeft de Stichting in 1984/85 nog een Schillenboer-projekt op gang gebracht. Van het geld dat het inzamelen en sorteren van non-ferrometalen had opgeleverd (zo’n 500 gulden) kocht de stichting een tweedehands transportmiddel dat zij verhuurde aan een werkloze Ridderkerk, die daarmee een schillenwijk begon. Dat liep goed, totdat wegens het gevaar van veeziekten het voeren van keukenafval aan varkens en koeien van Rijkswege werd verboden. Toen ook Joop Brökling omstreeks 1985 naar elders vertrok kreeg het sluimeren van de Stichting het karakter van een diepe slaap.

Maar de Werkgroep Leefbaar Ridderkerk was klaar wakker

Ridderkerks Griend

Ridderkerks Griend

Vele activiteiten die in de Stichting Natuurbehoud waren opgestart werden door de Werkgroep voortgezet. Het non-ferroproject kom je in de notulen van de werkgroep nog jarenlang tegen. Ook het knotten van de wilgen wordt nog een paar keer genoemd. Het maken en ophangen en schoonmaken van nestkastjes werd eveneens nog jarenlang voortgezet, terwijl ook een heemtuin weer aan de orde kwam. Nieuwe activiteiten waren er volop. De ideeënstroom in de werkgroep was overvloedig. Men organiseerde excursies binnen en buiten de gemeente, ook film en dia-avonden werden verzorgd. Men startte een actie voor het bevorderen van kringlooppapier. En zette zich in voor collectieve deelname aan de nationale fietsdag en uitzetten van fietsroutes. In de werkgroep ontstond door het toetreden van Tom en Els de Meijer in maart 1978 een grote belangstelling voor vleermuizen. Dat leidde dat men d.m.v. een primitieve enquête naging of deze diertjes ook in Ridderkerk waren gezien. Toen dat inderdaad het geval bleek werd een ‘bat-detector’ aangeschaft om aan het tellen en determineren van vleermuizen te kunnen meewerken. Voor het bevorderen van de overlevingskansen Van deze dieren werd overgegaan tot het maken en ophangen (in de Gorzen) van vleermuizen kasten. Om de doelstelling ‘bewustmaking’ gestalte te geven zocht men o.a. contact met scholen en diverse verenigingen. Ook werd geprobeerd invloed te krijgen op het gemeentelijk beleid t.a.v. de ruimtelijke ordening en het milieu.
In dit verband nam de werkgroep deel aan een inspraakavond waarop de plannen voor het Oosterpark werden gepresenteerd. De werkgroep was ook betrokken bij acties voor het behoud van de boerderijen ‘de Kleine Donk’ en ‘Vredenburg’ aan de beneden Rijweg te Slikkerveer.

de zaag

De Zaag

De activiteiten bleven niet beperkt tot Ridderkerk. Zo nam men in juni 1978 tijdens een milieudag deel aan een schoonmaakactie in het natuurgebied de Zaag en legde men contact met verschillende zusterorganisaties elders in het land. Na een aanloop van vier maanden werd in april 1978 uitvoering gegeven aan een belangrijke wens van de oprichters van de werkgroep; het uitgeven van een verenigingsorgaan dat de simpele maar toepasselijke naam ‘BLAD’ kreeg. Dat de werkgroep barste van de energie blijkt wel dat er in de eerste half jaar 127 uitgaande stukken worden vermeldt. Dit maakt duidelijk dat de afsplitsing van de ‘moegestreden’ Stichting onvermijdelijk was.

Het ledental van de werkgroep groeide in het eerste half jaar van haar bestaan van ca. 20 leden bij de oprichting naar 38 per 1 juli 1978. Rob Snijders draagt in december 1979 de voorzittershamer over aan Kjell Nilsen die deze in juni 1980 aan Rob Horvath overdraagt. Dan staan Nel v.d. Berg als secretaris en Riet Verhulsdonk penningmeester vermeld. De groei bracht ook problemen met de vergaderruimte met zich mee. Al in 1980 begon men te denken aan een eigen ‘home’ waarvoor men bij de gemeente aan klopte.

De groep leidde een bloeiend bestaan wat een reden was om de Werkgroep op te waarderen tot een ‘officiële vereniging ‘ Dat zou dan de ‘Vereniging Werkgroep leefbaar Ridderkerk’ worden.

‘Vereniging Werkgroep leefbaar Ridderkerk’

Voorzittershamer

Voorzittershammer

Op 9 december 1980 is bij notariële acte de werkgroep officieel de Vereniging Werkgroep Leefbaar Ridderkerk geworden. In het verenigingsregister van de Kamer van koophandel stond als doelstelling vermeld: ‘de bewustmaking van de inwoners van Ridderkerk en omgeving ten aanzien van de natuur en milieuproblematiek”.

Op grond van deze doelstelling spitsen de activiteiten zich verder toe op voorlichting en educatie; waartoe steeds meer excursies werden georganiseerd. Deze dienstverlening bleek in een behoefte te voorzien en leverde een gestage groei van het ledental op. Ook de overige activiteiten van de werkgroep werden voortgezet, waaronder enkele projecten ( inzamelen non ferro, verzorgen nestkastjes en het knotten van wilgen) die al in de stichting Natuurbehoud waren opgestart.

Eén van de nieuwe activiteiten van de Vereniging bestond hieruit dat in samenwerking met de ‘ Werkgroep Wonen en Spelen Bolnes’ actie werd gevoerd tegen het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen op straten en in het openbare groen. Een lezing over de bescherming van weidevogels bracht Kjell er toe om onder auspiciën van de vereniging een boekje over dit onderwerp te schrijven. Plannen voor woningbouw in het Electropark was voor de vereniging aanleiding om bij de gemeente voor het behoud van het Electropark te pleiten. Ook werd er bij de gemeente opnieuw aangedrongen het gescheiden inzamelen van oud papier beter te regelen.

De samenwerking met andere gelijkgerichte organisaties werd voortgezet, o.a. door ons lid Meta de Visser Ameling te steunen bij haar actie ‘Piek voor de Pont’. Het besteden van nazorg aan de ‘Donckse griend’ (o.a. knotten) was in de (jaar-)vergaderingen een regelmatig terugkerend agendapunt, terwijl daar ook het in actie komen tegen jagen in de Gorzen en de polder het zand en tegen plannen tot beperking van de reigerkolonie in het Donckse Bos werden besloten.

Uit het voorgaande blijkt dat de vereniging volop actief was; maar toch kondigden donkere wolken zich aan. Het ledental liep terug van 85 in 1981 tot 73 in 1983. Het aantal actieve leden werd veel te klein en het onvermijdelijke gebeurde; de vermoeidheid sloeg toe. In een vergadering op 6 september 1982 lieten voorzitter Rob Horvath en penningmeester Riet Verhulsdonk weten dat zij zich niet meer herkiesbaar zouden stellen. Dat leidde er zelfs toe dat men zich in die vergadering afvroeg of het nog wel zin had om door te gaan. Het antwoord daarop werd: Ja maar.. met aanzienlijk minder activiteiten dan tot nu toe. De jaarvergadering van 1983 leverde geen nieuwe voorzitter op, zodat er een crisissituatie ontstond. “Een gemillimeterd bestuur van nog slechts een secretaresse en penningmeesteresse, die zich nog geruggesteund voelen door de familie de Meijer en Kjell Nilsen”, schreven Nel v.d. Berg en Riet Verhulsdonk op 8 september 1983 in een wanhopige oproep aan de leden, waarmee ze beoogden de vereniging van de ondergang te redden. Ze hadden daarmee succes, want in de ledenvergadering van 9 februari 1984 konden Kjell Nilsen en Aad Heemskerk worden voorgedragen als nieuwe voorzitter respectievelijk secretaris. Door hun benoeming was het bestuur weer compleet. In die zelfde vergadering werd alweer een nieuw plannetje gepresenteerd. De initiatiefnemers hadden et al helemaal uitgewerkt; het ophangen van nestkastjes in het Oosterpark. Dat idealisme en gedrevenheid een grensverleggende werking hebben, blijkt echter nog meer uit het feit dat het bestuur kort daarop met het grootse plan kwam om in de Gorzen een ondergronds winterverblijf voor vleermuizen te gaan bouwen.

Vleermuizentunnel

vleermuis

Vleermuis

Ondanks de absolute onzekerheid of men dit project technisch en financieel tot een goed einde zou kunnen brengen, werd in de vergadering van 28 november 1984 besloten door te zetten. Er werden adviseurs aangezocht, een concreet plan gemaakt, bij het Ministerie van landbouw subsidie aangevraagd en een taakverdeling gemaakt. In 1985 werd met de bouw begonnen. Het jaarverslag van 1985 laat zien dat ondanks al deze besognes ook nog andere activiteiten (wilgenknotten, excursies e.d.), zij het op een wat lager pitje werden voortgezet.

Uit het verslag van de penningmeester over 1985 blijkt dat het bestuur wel eens heeft gevreesd door de oplopende kosten van de vleermuizentunnel failliet te zullen gaan. Maar door de uiteindelijk verleende subsidie (ad fl. 3000,- ) en dankzij de hulp van velen, zowel in geld als natura, kon het werk worden voortgezet, zodat op 18 februari 1986 kon worden aangekondigd dat de heer Piet Steltman van Staatsbosbeheer het vleermuizen winterverblijf tijdens een bijeenkomst van de betrokkenen op 31 mei 1986 tot ‘voltooid bouwwerk’ zou verklaren.

Door deze ‘krachtproef ‘was de crisis waarin de vereniging zich in 1983 bevond voltooid verleden tijd. Na dit mega project diende zich al gauw weer een nieuwe uitdaging aan. Het Electropark moest worden opgeknapt. Ook daarvoor zette de vereniging zich in, door aan de werkgroep van omwonenden die daarvoor was gevormd, hand en spandiensten te verlenen. Tegelijkertijd werden ook de normale activiteiten (zoals het verzorgen van nestkastjes, het organiseren van excursies en het knotten van wilgen) weer opgepept.

De Vereniging Werkgroep leefbaar Ridderkerk was weer een bloeiende vereniging met bijna 100 leden, en de vrijwel leeg gebloede Stichting Natuurbehoud Ridderkerk was nog steeds in winterslaap.

Samenwerking leidde tot vereniging

In deze situatie werd de heer T.D. Macdaniel bestuurslid van Stichting Natuurbehoud Ridderkerk benaderd door een bestuurslid van de Stichting Oud Ridderkerk met de vraag of deze in de Oudheidskamer een tentoonstelling over de natuur in Ridderkerk wilde organiseren die over 8 weken geopend moest worden. De heer Macdaniel nam de uitdaging aan en benaderde o.a. ook Leefbaar Ridderkerk om mee te helpen. In uitstekende harmonie en goede samenwerking werd de tentoonstelling opgebouwd. Daarbij kwam men tot de conclusie dat er vroeger iets was mis gegaan en dat het onzin was dat er in Ridderkerk twee organisaties bestonden met natuur en milieudoelstellingen. Napraten over de succesvolle tentoonstelling werd men het al gauw eens dat aan die tweedeling een eind moest komen door samen verder te gaan.

Toen bleek dat het fuseren van een stichting en een vereniging juridisch nogal gecompliceerd was en relatief veel zou kosten, werd besloten de Vereniging Werkgroep leefbaar Ridderkerk door naamsverandering om te zetten in Natuurvereniging IJsselmonde en daarmee kwam na 10 jaar een eind aan het bestaan van de Werkgroep Leefbaar Ridderkerk en werd de Stichting natuurbehoud Ridderkerk na ruim 12 jaar opgeheven.