Legende over de vlierstruik
Riet van de Water
Grootmoedertje vlier (Sambuscus nigra) Ze stond naast de boerderij als een oplettende grootmoeder, terwijl de kinderen tikkertje speelden op het grote erf. Ze had haar kapothoedje op, getooid met crème-kleurige boeketten, die heerlijk geurden en ze was als een strenge dame, wier bloeiende glimlach haar plotseling in een vriendelijk, wijs vrouwtje veranderde. Wanneer ze haar bloemen-kapothoedje niet op heeft, komt ze wat onvriendelijk over, een vrouw die van streng principes houdt. Haar hout is een beetje rood, vandaar haar naam sandenhout, (rood sap bewijst dat ze energie heeft en zich niet door moderne uitvindingen uit het veld laat slaan). De boerderij is van haar en het daar wonende volk zijn haar onderdanen. Punt uit! Ze staat naast de boerderij als een heerseres met een minachtend gesnuif over de verhalen dat vrouwen het zwakke geslacht vormen. Ze imponeert, ben je binnen het bereik van haar geur, dan ontkom je niet meer aan haar macht, tenzij je hard wegloopt voordat haar geur je overweldigt. “Wat kom je doen” , iedereen heeft zijn plaats in het leven en ik ken de mijne, ik hoop dat jij de jouwe kent. Daarna zwijgt ze stroef. Geurt ze werkelijk onaangenaam? Ik weet dat ze achter dit strenge uiterlijk een prima hart bewaard, rechtvaardig, vertrouwenwekkend. Zonder doornen of beharing om zich te beschermen kan ze zich goed handhaven. Een boerderij zonder vlier is als een huis zonder dak. Grootmoeder Vlier kun je beter vóór dan tegen je hebben zei de volksmond en dat zal niet voor niets geweest zijn. Wanneer je lang in haar geurende schaduw toeft, ga je lijden aan ernstige flauwtes en dat komt vooral voor bij mensen die een kwaad geweten hebben.
Een heel oud gebruik is om je hoed af te nemen wanneer je Grootmoeder Vlier tegenkomt. Zij houdt niet van overgevoelige mensen en noemt zichzelf een opstandingsboom n.a.v. het verhaal dat Judas zelfmoord pleegde aan een vlierboom en dat zijn oor door een gebroken tak werd afgerukt en op haar stam bleef liggen. Dit was en Judasoor (vlierzwam in de vorm van een oor), die op haar stam een macabere indruk maakt, die overgevoelige mensen parten zullen spelen. Ook dat nog….”mompelt ze. Mensen die niet horen willen, moeten voelen voegt ze er nog pinnig aan toe. Ik groet haar eerbiedig als ik terug loop naar het hek, en ze knikt vriendelijk terug, een beetje neerbuigend, want wie ben ik tenslotte? Haar leeftijd is eerbiedwaardig en haar kunde is onvolprezen, en de verhalen rond haar bewijzen wel dat niemand weet wat je aan Grootmoeder Vlier hebt. Ze is een bezorgde Grootmoeder, die nog allerlei middeltjes in haar huisapotheek heeft, middeltjes die zeker helpen, vooral als zij bij het venster blijft staan en haar geurende slaapliedje zingt, terwijl ze de vliegen verjaagt. Ze luistert naar wie er in aantocht is op de boerenweg. Het lijkt op ze onophoudelijk luistert, naar stemmen die wij niet horen. Luisteren en zwijgen zegt ze nog, voordat ik het hek achter me dichttrek. . . dan zouden de mensen wijzer worden.