Gazons zijn uit de tijd: ze zijn slecht voor het klimaat

Grasklokje

Wie in onze gemeenten rondkijkt ziet overal groene gazons. In bermen, parken en tuinen.
Veel openbaar groen bestaat voor een groot deel uit een grasveld, dat 15 tot 20 keer per jaar gemaaid wordt. En al dat gemotoriseerd maaien is juist slecht voor het milieu. Gras tempert de klimaatextremen minder goed dan bomen en struiken. Door minder te maaien kunnen er meer planten leven en tot bloei komen in het grasveld. Minder maaien leidt bovendien tot minder sterfte onder de fauna als gevolg van het maaien. Een bloemrijk grasveld wordt twee keer (één tot drie keer) per jaar gemaaid waarna het maaisel na twee tot drie dagen wordt afgevoerd. Na enkele weken herstelt zich het kleurrijke beeld.

Als het beheer zorgvuldiger gebeurt, kunnen grasvelden als laatste toevluchtsoord een belangrijke rol voor het voortbestaan van de wilde flora vervullen. Van de ongeveer 1400 plantensoorten worden er maar liefst 700 in wegbermen aangetroffen, waaronder zeldzame. De meeste daarvan  zijn soorten die we ook in bloemrijke grasvelden kunnen aantreffen. Ze oefenen een grote aantrekkingskracht uit op dagvlinders en andere insecten.   Al die soorten zouden we ook kunnen zien in stedelijke gebieden als we afstappen van die gladgeschoren gazons. 

Een strook bloemrijk gras is een zeer nuttig voedselgebied voor bijen en ook  allerlei andere insecten en kleine gewervelde dieren profiteren van de bloemrijke, iets ruigere, stroken.  Als  het bloemrijke grasveld grenst aan bosschages kunnen ze nog veel meer betekenen voor de fauna.  Marterachtigen, egel, haas en allerlei muizen kunnen zich door deze dichte begroeiing verplaatsen. Vogels vinden er broedgelegenheid, terwijl in de herfst trekvogels komen foerageren op de besdragende struiken.

Gazons zijn achterhaald. Ze werden voor het eerst toegepast in Versailles in de 17e eeuw. Het enorme Franse paleis verbeeldt de macht van de koning en de strak georganiseerde tuinen laten zien dat zijn macht ook uitstrekte tot de natuur. De Engelsen, die de heerschappij van de Fransen betwisten, namen het idee over en integreerden  de strak groene gazons  in het Engelse landschapspark.  Inmiddels wordt de natuur niet langer als een bedreiging gezien maar wordt zelf bedreigd. Tijd om al die strakke gazons plaats te laten maken voor wilde bloemen, grassen, kruiden en struiken. Louter voordelen. Hiervan zullen mens, natuur, stad, economie en klimaat van profiteren. En tenslotte een zeer Nederlands argument: De kosten voor een bloemrijk grasveld zijn lager dan die voor het onderhoud van gazons.