Fijnspar

De traditionele kerstboom is een Fijnspar

In de maand december slaat in de meeste europese landen jaarlijks de grote bomensterfte toe. Dan sterven miljoenen fijnsparren in vele warme huiskamers. (Niet getreurd want ze zijn daartoe speciaal opgekweekt.)

ledereen kent wel de frisse geur die zo ’n echte “dennen” boom in de kamer verspreidt. Al eeuwenlang werden om deze reden takken en naalden in huis gehaald. Als men zichzelf vroeger eens wilde verwennen met een bad, dan deed men wat naalden of takjes van de fijnspar in het badwater. Tegenwoordig halen we eenvoudig in de supermarkt een spuitbus frisse dennengeur en een geurig stukje zeep. In de late middeleeuwen meende men met de frisse geur zelfs de zwarte dood (pest) te kunnen verdrijven. Dat kan pas na 1520 gebeurd zijn want toen heeft men de fijnspar uit Noord Amerika naar Europa gehaald omdat de boom op de meest armoedige grond nog snel wil groeien en aan groeiende behoefte aan timmerhout moest gaan voldoen.

Helaas heeft het vurenhout dat de boom in ons land produceert geen beste kwaliteit. Langzaam aan worden de dennenakkers zoals op de Veluwe veel zijn aangeplant omgevormd tot een soortenrijker bos waarin ook minder snel groeiende loofbomen een kans krijgen.

Gemengde bossen kennen ook een veel rijker dierenleven. In de winter komen op de kegels van de sparren behalve diverse meesjes soms ook uit Scandinavische streken afkomstige groepjes kruisbekken af. Deze hebben een gekruiste snavel en hangen als papagaaien aan de kegels om ze open te kunnen breken en de zaadjes met de tong tussen de schubben weg te halen. Zo’n kegel is een goedkope barometer: bij mooi weer staan de schubben van de kegel open en bij vochtig weer staan de schubben tegen elkaar aan gevleid.

Tenslotte een tip voor wie na de kerst met zijn kerstboom nog iets nuttigs wil doen. Als u de afgeknipte takken schuin in de grond steekt kunt u vorstgevoelige planten tegen de koude windbeschermen, het kan ze net de winter door helpen.