De fazantenjacht.

Een “eerlijke” kans..

 

Jager

Als een schijnwerper streek de laagstaande zon over de bosrand. Deze leek wel in brand te staan. De gele, bruine en rode bladeren van de Amerikaanse eiken lichtten tegen de donkere bosrand vurig op.

Over de zandweg kwamen een stuk of vier SUV’s aanrijden. Op een honderd meter van ons af stopten ze. Uit de voorste portieren stapten 19e eeuwse figuren, allen in aardkleuren gehuld, met pet of ander hoofdeksel en uit de achterportieren kwamen enkele vrouwspersonen. Even later ging de achterklep open en er kwamen de honden uit.

Toen we dichterbij kwamen zagen we dat het jagers waren. Met het geweer over de schouder verspreidden ze zich over een kale akker waar de mais onlangs was geoogst, slechts een strookje van een meter of tien breed was blijven staan. De jagers bleven op dertig meter afstand voor de mais staan en vrouwen met hun honden stelden zich vijftig meter achter de jagers op. In de verte zagen we een persoon met een geweer de zandweg bewaken.

Voortgaan leek ons geen optie en terug gaan over de zelfde weg is tegen onze principes. We besloten maar even af te wachten. In de verte klonk een onvervalste jachthoorn. Langzaam liep de jager op het zandpad onze kant op. Uit het bos, achter de mais, klonk het slaan van stokken op de bomen en soms wat geroep van de drijvers. Af en toe was tussen de bomen een drijver, gehuld in een rood veiligheidshesje, te zien.

Plotseling vlogen enkele houtduiven uit de bosrand op. De geweren werden geheven en na veel geknal kwam een houtduif vlak voor de voeten van een jager neer, de rest was ontkomen. De drijvers maakten steeds meer rumoer, tenslotte zagen we, hoe ze in de mais verdwenen. Opeens vlogen een stuk of acht fazanten op uit de mais. De oorlog brak uit en weldra kwam de ene na de andere vogel uit de lucht zeilen om met een plof op de akker te landen.

Een prachtige fazantenhaan landde schijnbaar ongedeerd op het terrein tussen de jagers en de mais. Het dier bleef eerst stokstijf staan en drentelde daarna een paar pasjes heen en weer. De haan had blijkbaar geen idee hoe het nu verder moest. De jagers keken niet naar de levende fazant voor hun voeten om. Ondertussen ging het geknal maar door want er werden telkens nieuwe fazanten uit de mais opgejaagd. Bijna alle dieren werden in hun vlucht gestuit en stortten ter aarde.

Tenslotte kwamen de drijvers uit de mais te voorschijn. De jachthoorn klonk opnieuw, het sein dat de jacht was afgelopen. De jagers liepen naar elkaar toe en de honden werden losgelaten om hun prooien op te halen. Het leek of onze haan hierop had gewacht. Eerst een paar stapjes en al snel vlugger rende het dier tussen de jagers door om tenslotte met een kakelend geluid op te stijgen. Het koerste recht op de bosrand af om tussen de bomen te verdwijnen.

Een jager hief zijn geweer, twee schoten en we hoorden de takken kraken toen de vogel neerkwam. De geboden kans bleek slechts een kort uitstel te zijn geweest.
Bedrukt trokken we verder..