Bleke schubwortel in Ridderkerk
Het was in maart 1999 dat het Ridderkerks groen landelijk nieuws was.
Eddie Kruithof medewerker van de afdeling Groen vond op 23 maart van dat jaar bij zijn werkzaamheden langs het fietspad in oostelijk Ridderkerk een, met dichte trossen licht paars 2 cm grote bloemen, bloeiende plant die hij niet kon thuis brengen. Hij nam er een stukje af en toonde het zijn collega’s. De vondst werd gedetermineerd als de bleke schubwortel (Lathraea squamaria). Dit zorgde voor opschudding onder de plantendeskundigen. Al zeventig jaar was de plant in het wild niet meer gesignaleerd! In Nederland was hij voorheen op een drietal plaatsen in Zuid-Limburg aangetroffen, het laatst in 1930.
Het is een plant die zelf geen bladgroen heeft en parasiteert op de wortels van vroegbloeiende loofbomen, voornamelijk katjesdragers en essen. In Ridderkerk parasiteert de schubwortel waarschijnlijk op de wortel van de sleedoorn (Prunus spinosa) De vindplaats is een vijf meter brede berm groenstrook beplant met inheemse struiken en populieren en wordt al vijftien jaar lang op natuurlijke wijze onderhouden. Hoe de plant in Ridderkerk is terecht gekomen is onduidelijk. De plant produceert kolossale hoeveelheden microscopisch fijn zaad, dat overal terecht kan komen. De plant groeit echter alleen onder een specifieke combinatie van lichtval, bodemsoort en vochtigheid. Het duurt tien jaar voor dat de plant bloeirijp is. Vermoed wordt dat het zaad is meegekomen met plantmateriaal.
In 1999 bloeide de plant op enkele vierkante meters. Sindsdien heeft plant zich over een groot oppervlak verspreid.