Onder de rook van Rotterdam en van de gemeente Barendrecht ligt een van de laatste zoetwater griendgebieden van Noordwest-Europa, de Carnisse grienden. Dat zoete water is afkomstig van de Oude Maas, die nog dagelijks zorgt voor aanvoer van vers water (en dus van voedsel) naar en in het gebied. Het gebied is niet bijzonder groot, slechts enkele hectaren, maar eventueel gekoppeld aan een wandeling door de Rhoonse Grienden die even verderop gelegen zijn, kan een flink aantal uurtjes gewandeld worden.
Het grootste aantal vogels is te vinden in en na het broedseizoen. Ca. 45 soorten zijn er vastgesteld, waaronder natuurlijk de gebruikelijke soorten als Zwartkop, Tuinfluiter, Fitis, Tjiftjaf, maar ook Gekraagde Roodstaart (meerdere territoria) Blauwborst, Koekoek en de voor Barendrecht niet algemene Zomertortel. Het gebied levert wat dat betreft aan broedvogels geen echte verrassingen op. Wat wel een fantastisch gezicht blijft is het opstijgen van de honderden Spreeuwen die het gebied als slaapplaats gebruiken en ’s morgens, bij het krieken van de dag, weer het luchtruim kiezen. Leuke plekken voor interessante waarnemingen zijn de twee plassen die binnen het gebied liggen.
De eerste, vlak bij de ingang van de Grienden, valt bij laag water vrijwel droog. Het is dan een prima foerageer- en waadplek voor Kluut, Kleine Plevier, Tureluur , Oeverloper en steeds vaker zien we er Lepelaars. Op het water zijn altijd eenden, waaronder Slobeend en Kuifeend te vinden. Ook Futen broeden met meerdere paren in de omgeving en zijn regelmatig op de plas aanwezig. Buiten de broedtijd is de plas een goed onderkomen voor enkele Wintertalingen. Datzelfde geldt voor de tweede plas. Deze ligt net naast de eerste, maar valt niet echt droog.
Vooral in de winter is deze plas interessant, zeker als het goed vriest en ander water bevroren is.
Tientallen en soms honderden eenden gebruiken de plas dan als basis.
Meer over de Carnisse grienden, zie https://www.natuurvereniging-ijsselmonde.nl/carnisse-grienden/