PLANTENwerkgroep 2018

Dit jaar hadden we een paar tegenvallers:
De eindejaarsplantenjacht op 2 januari 2018 in het Gorzengriend leverde maar
2 bloeiende plantjes in het griend op! Alles was overspoeld met modder door de hoge waterstanden. We hebben de score weten op te schroeven tot 14 door ook struiken en bomen en varens met sporen op te nemen en de wegbermen naar het griend toe tot het griend te rekenen.


Het Balijbos in Zoetermeer leverde ook niet op wat we ervan verwacht hadden. We hebben uren aan een stuk door gelopen zonder wat leuks tegen te komen. Overigens wel een mooi wandelterrein. Achteraf bleek dat we een andere route hadden moeten lopen voor het leuke spul. Maar we hebben ons wel kunnen verdiepen in allerlei soorten hyacinten die je wel en niet in het wild tegen kunt komen, in appels en peren zonder appels en peren, vooral de cultivars, een hazelaar die ook een cultivar blijkt te zijn en het leukste: een schaapherder met 2 honden, die een schaapsherderin-in-opleiding les gaf. Maar de honden gingen steeds hun eigen gang: naar de schaapsherder in plaats van naar de leerlinge.

Het boottochtje in de Biesbos kon niet doorgaan en ook ons uitje naar de Grevelingen of Schurvelingenpolder ging niet door.

De Maasvlakte. Van de meerdere terreintjes die we wilden bekijken, vielen er 2 af. Eén was opeens verboden terrein geworden. Het leukste terrein, eentje waar we heel veel bijzonders konden verwachten, bleek al bij het voorlopen afgezet te zijn en helemaal overhoop gehaald. De bijzondere planten daarvan kan men voortaan vergeten. Voor ons bleven er 2 terreintjes over. Door de droogte viel de plantengroei wat tegen. We hebben ons vooral verdiept in de rozetten van veldhondstong en slangenkruid en in de teunisbloemen: het zijn haast allemaal kruisingen. Bijzonder was wel: de wouw (niet de vogel, maar de plant) in grote getale op een heuvel. En de vossenholen onder de grond door: daar zakte je opeens in weg tot halverwege je bovenbeen en dat is een heel eind! Louis weet er alles van. Niettemin waren de dagen, die doorgingen, leuke dagen.

Er waren ook ‘rijke’ dagen, zoals we die gewend zijn:
Het Weizigtpark in Dordrecht, zeer de moeite waard met o.a. vijvercipres, gevlekte en Italiaanse aronskelk, kleine pimpernel, lenteklokje, stengelloze en slanke sleutelbloem, vingerhelmbloem, bosanemoontjes, bosbingelkruid, hartbladzonnebloem, herfsttijloos, klimopbremraap, rode zonnehoed, schijnhazelaar. Wij waren er in het voorjaar, maar zijn ook erg benieuwd naar de planten later in het seizoen. Gezien het parkeerprobleem kan men het beste met openbaar vervoer er naar toe.

Het Merkske, waar we in 2014 ook waren geweest. Niet alleen voor vogels, maar ook voor planten een erg leuk gebied. We hebben 4 soorten varens naast elkaar kunnen leggen, zuringen,  en verder gezien o.a. kruipend zenegroen (zij het met veel moeite, want er was net gemaaid), biezenknop, ringelwikke, rankende helmbloem, moeraskartelblad, akkerviooltje.

De 1000-soortendag in Rhoon. Hier is een Nieuwsbrief aan gewijd.

De Crezeepolder, die we in het kader van een 4-jarig project 4x per jaar bezoeken, elke keer een ander deel en elk deel elk jaar in een andere maand. Daardoor krijgen we een zogenaamde ‘nulmeting’, maar die is dan wel opgenomen in 4 jaar. Het geheel is echter niet in één keer te belopen, dus een nulmeting zoals het mooiste is (in één jaar) is niet te doen voor ons. Onze gegevens hiervan gaan naar Het Zuid-Hollands Landschap.

Het inloopspreekuur in het NME, in principe op de 1e woensdag van elke maand.