Egel

Op de eerste vakantiedag zit ik in de tuin met een boek opschoot en de ogen dicht. Opeens hoor ik achter mij een luid geniesd en wat later een knorrend en snuivend geluid. Een egel, want dat was het, maakt een hoop herrie.

Verscholen achter de beplanting zagen we hem niet zitten. Wel zwermden staalblauwe strontvliegen rond zijn rustplaats. Later die middag zagen we hem op het grasveld rondscharrelen. Toen hij ons in de gaten kreeg verdween hij in de beplanting en ging opzoek naar voedsel.

Hij is niet kieskeurig; slakken, rupsen, larven, kevers, jonge muizen, mieren, regenwormen, pissebedden, spinnen, kikkers, padden en soms zelfs bijen en wespen worden luid smakkend naar binnen gewerkt. In onze groene tuin zien we regelmatig egels., Twee keer kregen ze er zelfs jongen. Vorig jaar waren die wat laat en hebben de winter dan ook niet gehaald.

Egels hebben weinig natuurlijke vijanden. Maar roofvogels en grote uilen hebben maling aan hun stekels. Met hun grote klauwen en hun harde snavel trekken ze hem in stukken. Inwendige en uitwendige parasieten kunnen hem ook het leven kosten. De meeste parasieten krijgt een egel binnen bij het eten van slakken en insecten.

Het grootste gevaar schuilt echter in de mens. Het eten van slakken, mollen of muizen die gedood zijn door slakkenkorrels of ander gif, is dodelijk voor egels. Het verkeer is ook een belangrijke doodsoorzaak, want (mannetjes) egels kunnen s ‘nachts 2 tot 3 km lopen op zoek naar een vrouwtje. Ook verdrinken egels onnodig. Egels kunnen goed zwemmen, maar tegen steile randen van tuinvijvers of zwembaden kunnen zij niet op. Zorg voor een ruwe rand of een plankje voor de egel om er uit te klimmen. Door uw tuin toegankelijk te maken voor egels, helpt u deze diersoort te overleven in een omgeving waar dit voor deze dieren niet eenvoudig is.