Rivierengebied, een plaatje

 

Aart van Dragt

Als in de tweede helft van april de vruchtbomen bloeien, trekt het rivierengebied me enorm. Wijde riviergezichten, kronkelende dijken, bronskleurig uitlopende populieren, geel koolzaad en tegen de dijk aanleunende huisjes met bloeiende vruchtbomen. Dit is niet alleen een geschetst plaatje, nee het bestaat echt!

Na een prachtige week was het vandaag koud en guur. Als we bij fort Loevestein uitstappen, slingeren we onze rugzakken om de schouder, onderweg zullen we op een bankje koffie drinken. Maar als we over de smalle dijkjes lopen is de gevoelstemperatuur beneden nul, dus besluiten we de koffie voor later te bewaren. Het land rond Loevestein is een gatenkaas. En al die gaten zitten vol water. Op de diepere plassen zien we kuif- en wilde eend en nog een fuut. Opeens beweging bij de oever. Zoals van een snip is te verwachten zien we alleen zijn snelle aftocht. De beheerders van dit gebied; een kudde ruige koeien toont weinig interesse in ons doen en laten. Langs de rivier ontstaan de eerste rivierduinen. Het fort is voor bezoekers nog gesloten als we passeren. Even later parkeren we de auto bij een nieuwe plas. Terwijl we van de koffie genieten, dwarrelt er een golf graspiepers langs. Op de plas maait een tiental kluten met de snavel door het water. De grutto’s staan te dutten. Meneer pijlstaart toont zijn fraaie zomerkleed. Tussen de slobeenden, een wintertaling. Vlak boven het water scheren de boerenzwaluwen.

Bostulp

We vervolgen onze tocht langs de rivier over kronkelende dijken naar de brug van Zaltbommel. De Breemwaard en de Gamerense Waarden zijn ontkleid door nevengeulen te graven en zijn daarna aan de natuur terug gegeven. Vanaf de dijk kunnen we de ontwikkeling goed volgen. Als we over de burg bij Zaltbommel zijn slaan we gelijk af bij het dorpje Waardenburg. We parkeren de auto een kilometer verder bij het kasteel van Neerijnen, dat nu het gemeentehuis is. Hier bloeien twee heel opvallende stinzenplanten. In de verre omgeving is mij nergens zo’n prachtige groeiplaats van de bostulp en het knikkende vogelmelk bekend. Tulpen komen zoals bekend uit Turkije. De gele bostulp werd door Clusius rond 1600 in de universiteitstuin van Leiden aangeplant. Als tuinplant is ze verdwenen. Als verwilderde plant heeft de Tulipa sylvestris ’t echter kunnen uithouden op oude buitenplaatsen. Op diverse plaatsen onder bomen en tussen het zevenblad staan er tientallen te bloeien.

Knikkend vogelmelk

Bij de slotgracht staat een flink veld met knikkende vogelmelk. Deze Ornithogalum nutans is ook door toedoen van mensenhanden hier terecht gekomen. In de middeleeuwen is ze als sierplant gekweekt en is hier en daar verwilderd.

Tussen het kasteel van Neerijnen en die van Waardenburg ligt een parkbos o.a. bekend om zijn paddestoelen. Door het parkbos heen en via de Waaldijk lopen we terug en genieten van een prachtig uitzicht op de Rijswaard. De zuidelijk gelegen dijk heeft een rijke flora. Tot besluit maken we nog een rondje door de kasteeltuinen. Want de dag wordt benut tot het gaatje!