De paardenkastanje.

 

De imposantste paardenkastanje van Ridderkerk staat in het Sint Jorispark.

Aart van Dragt

Paardenkastanjes hebben het de laatste jaren niet gemakkelijk. Sinds 1998 wordt het blad aangetast door de rupsen van de kastanje-mineermot die het blad van binnenuit opeten. Een aantasting overigens die weer aan het afnemen is. Ernstiger is de aantasting door de ” bloedingsziekte” zo genoemd omdat er vochtplekken op de stam ontstaan waaruit een rood bruine vloeistof lekt. Deze wordt veroorzaakt door een bacterie, hoe deze in de boom terecht komt nog niet bekend is, is wel duidelijk geworden dat beschadigingen of verwondingen van de paardenkastanjes een risico op besmetting met zich meebrengen. De conditie van deze bomen wordt ernstig aangetast en er is nog geen remedie tegen.

De mooiste paardenkastanje van Ridderkerk staat in het Sint Jorispark. Het onbekend gebleven parkje aan de Sint Jorisstraat ligt midden in het dorp. Wie de statige lindenlaan naar de villa Rustburg op loopt ziet links het parkje liggen. De impostante paardenkastanje aldaar heeft een korte maar zeer omvangrijke stam waarboven zich als op commando opeens alle takken zich verspreiden.

Aan zo’n tak van een kastanje is veel te zien. We pakken een tak vast om eens goed te bekijken. De bladeren van vorige jaren hebben hoefijzervormige littekens achter gelaten en er zitten “spijkergaten” in, zodat we kunnen zien hoeveel onderdelen vroeger de bladeren hadden. De kleverige eindknop staat op springen om zijn blaadjes te ontvouwen en wellicht verhult deze ook een forse bloem. Dit alles ligt opgevouwen in de forse knop, slechts de toevoer van vocht is voldoende om te ontluiken. Het aardige aan een kastanjetak is dat je goed kunt zien hoeveel de tak het afgelopen jaar is gegroeid. Als we goed kijken zien we op bepaalde afstanden een soort ringetjes om de tak, dat zijn de littekens van knopschubben die de eindknop in vorige jaren heeft achtergelaten. De afstand tussen twee van die ringetjes is de afstand die de tak in een bepaald jaar is gegroeid. De groei kan per jaar sterk verschillen. Door van de eindknop terug te kijken en de ringetjes te tellen kunnen we uitrekenen hoe oud een bepaalde tak is! Als we meerdere takken vergelijken zullen we ook zien dat niet alle takken hard zijn gegroeid. Een tak die minder zonlicht vangt zal minder snel groeien. Als daar geen verandering in komt zal hij achterblijven en kan hij uiteindelijk afsterven. Een tak krijgt geen voedsel van een andere tak! Opvallend aan de takken van de paardenkastanje zijn de gaffelvormige vertakkingen. De tak splitst zich op de plaats waar ooit de bloemtros groeide. De bladeren of een ervan die onder de bloemtros groeide, groeien verder uit. Een vorktak of een bocht in de tak is het gevolg.

Als in april de dikke kleverige knoppen zwellen is het de moeite waarde extra op de kastanje te letten. Wie het ontluikingsproces goed wil volgen zet een takje op een vaas. Zie hoe de knopschubben ombuigen en de bladeren zich langzaam ontplooien. Uit de grootste knoppen ontwikkelt zich de grote “kaars”. Elke “kaars” bevat wel honderd afzonderlijke bloemen. De bloemen hebben een honingkenmerk om de insecten , vooral hommels, de weg naar de nectar te wijzen. Deze vlek is in eerste instantie geel maar kleurt na een dag rood. Later zien we aan de uitgebloeide kaars meerdere vruchten groeien. De meeste zullen nooit volgroeien, ze vallen voortijdig af.