Op Ridderkerks hoogste punt, de zgn. ‘puinberg’ in het Gorzenpark staan vele kaardenbollen (Dipsacus fullonum). Is er door een tuinliefhebber zaad uitgestrooid? Of is het mogelijk meegelift met een van de vele vrachtauto’s die jaren gelden er puin en grond aanvoerden? De anderhalve meter grote stekelige plant is eenvoudig te herkennen. De bladeren zijn aan de onderzijde sterk gekarteld. Bijzonder is de bloeiwijze; de plant begint te bloeien (lila) in het midden van de bol, daarna gaat de bloei gelijktijdig verder naar boven en naar beneden. De bloem wordt veel door hommels bezocht. In de herfst strooit ze haar zaad uit, met behulp van distelvinken die in de bol hakken opzoek naar deze zaden en ongemerkt het zaad om zich heen verspreiden. Het zaad ontkiemt het volgende jaar en het jonge plantje overleeft de eerste winter als een rozet plat op de bodem. Tussen de uitgegroeide tweejarige planten zijn op de bodem deze jonge plantjes al te zien. Ze zullen het volgende jaar bloeien. Na de bloei sterft de plant maar blijft bijna de hele winter overeind. De zo prachtig in droogboeketten te verwerken zaadbol zou vroeger gebruikt zijn voor het kaarden van vlas.
De plant lokt insecten door in het water in de poeltjes een sterk geurende, zoet smakende stof af te scheiden. Wanneer de insecten ervan drinken, raken ze verdoofd en verdrinken ze. Vervolgens breken bacteriën de kadavertjes af waardoor het vocht verandert in een vloeibare mest die door de kaardenbol wordt opgenomen. Bepaalde insecten, zoals muggenlarven, blijven echter in leven en kunnen er zich soms zelfs in voortplanten. Ooit werd dit water gebruikt als medicijn tegen ontstoken ogen.
Meer lezen over het Gorzenpark: https://www.natuurvereniging-ijsselmonde.nl/gorzenpark/