Op verschillende plaatsen op het eiland IJsselmonde groeien wilde orchideeën. U kunt ze o.a. vinden in de grienden, de parken, op industrieterreinen en hier en daar in de woonwijken.
Is dat wat bijzonders? Een beetje. Het ligt aan de soort. Van de 30 in ons land voorkomende wilde orchideeën is de brede wespenorchis (Epipactis helleborine) het meest algemeen.
Op de avond in juli zagen we in de Ridderkerkse griend tientallen exemplaren langs het pad waarvan er enkele wel 60 cm hoog waren. Toch zullen weinigen deze gemiddeld dertig centimeter hoge orchidee opgemerkt hebben. U zult er zeker aan voorbij gaan als u zoekt naar een van de spectaculaire soorten die in de tuincentra te koop staan.
Onze plant groeit in de schaduw van of onder een bosje.
De bloemen hebben weinig opvallende kleuren. Deze kleuren variëren in de tinten tussen lichtgroen, vleeskleurig tot wijnrood en dat in wisselende verhoudingen. De bloemen worden zoals de naam al zegt vooral bezocht door wespen. Hoewel ook andere bezoekers zijn gesignaleerd, zorgt alleen de plooivleugelwesp voor bestuiving. Vroeger dacht men dat deze insecten gelokt werden omdat ze in de opvallend gekleurde lip van de bloem een partner zagen. Nu meent men dat ook de eigenaardige geur, de bloem ruikt een beetje naar een valeriaan, ook een rol speelt. De wespen vinden honing in het bekkenvormige verdiepte deel van de lip. Boven die lip bevindt zich de door de stempelzuil gedragen vierhoekige stempel en boven deze bevindt zich de meeldraad. Zet een wesp zich op het voorste lid van de lip, dan likt zij de honing uit het bekken van beneden tot boven toe. Is zij boven aangekomen dan raakt de kop het hechtkliertje en dit gaat daaraan kleven, zodat bij het verlaten van de bloem de stuifmeelkorreltjes op de kop zitten. In de tweede bloem komen zij tegen de vierhoekige stempel van deze bloem en de bestuiving is geschied. Gemeld is dat de wespen licht vergiftigd uit de bloem tuimelen en daarna als echte verslaafden de volgende bloem opzoeken.
Orchideeën verspreiden zich via stoffijn zaad. Dit uitzonderlijk lichte zaad komt overal maar bevat nauwelijks reservevoedsel. Om ergens te kunnen groeien moet het samenwerken met een schimmel. Alleen als de schimmeldraden het zaadje binnen dringen is ontkieming mogelijk. Een reden waarom orchideeën zaaien zelden slaagt. Om dezelfde reden is uitgraven en in een tuin planten ook tot mislukken gedoemd. Het is een plant met een eigen willetje. Geniet daarom van zo’n bijzondere plant in de vrije natuur en laat hem gewoon staan.