De rivierarm de Koedood was in de middeleeuwen een belangrijke watergang tussen (aan de westelijke zijde) Pernis en Rhoon en aan de oostzijde Charlois, Pendrecht, Smitshoek en Barendrecht. Ze monde uit in de Koedoodsehaven waar veel landbouw- en griendproducten werden overgeslagen. In 1580 werd besloten de rivierarm af te dammen. Nu vormt het natuurgebied de scheiding tussen de woonwijk en polder.
Het watertje de Koedood (ooit is er een schip met koeien vergaan, vandaar de naam) en strekt zich verder wel over 2 kilometer langs de Koedood in zuidelijke richting uit. De oevers zijn overal natuurvriendelijk. Het waterpeil is anders dan in het akkerbouwgebied. Daarom maakt het deel uit van de Klimaatbuffer IJsselmonde. De natuurlijke ontwikkeling van het gebied, met hulp van Schotse Hooglanders, is daarbij van elementair belang. Het is een aantrekkelijk gebied voor een ommetje voor bewoners grenzend aan dit gebied maar het vormt ook een belangrijke recreatieve groen blauwe noord zuid verbinding voor wandelaars, fietsers en kanoërs.