De geschiedenis van de Ridderkerkse griend
Aart van Dragt
De griend is een stukje historisch erf goed van Ridderkerk. Na de verbreding van de Noord in 1923 is het in de jaren dertig als werkverschaffings- project dit griend aangelegd. Hiertoe werden sloten gegraven en wilgenakkers aangelegd, door de bagger van de gegraven sloten op de smalle akkers te werpen. Op deze akkers werden wilgen aangeplant, dit gebeurt door in de winter kale wilgentakken in de modder te drijven. Ook nu nog wordt op deze wijze nieuwe wilgen ge kweekt die op hun tijd de oude knotwilgen moeten vervangen. Want hoewel oude knotwilgen eeuwenoud lijken worden ze niet zo oud. Na een jaar of dertig, veertig moeten ze worden vervangen. In de winter werden om de 1, 3 of 4 jaar de wilgen geknot. De oogst van wilgentakken kende verschillende toepassingen;
1 jarig hout werd gebruikt als bindteen voor wilgen en rietbossen. 2 jarig hout als bindteen in de manden en korfvlechterij, 3 en 4 jarig hout kende een toepassing als rijshout voor zinkstukken, bonenstaken en schopstelen, een andere toepassing was hoepels die om tonnen gingen. De Ridderkerkse griend is van de Staat (domeinen) en werd tot 1945 gepacht door Jan de Jong uit Sliedrecht. Daarna nam de fa. Kraaijenveld uit Barendrecht de pacht over.
In de griend is tot op de dag van vandaag nog een terp te vinden waarop vroeger een keet stond. In deze keet huisden in de winter 3 of 4 mensen die van maandag tot zaterdag in de griend werkten. Bij hoog water zochten mens en dier daar hun toevlucht. Dan sliepen de griendwerkers in de keet op hun strozakken te midden van tientallen ratten.
Na de tweede wereldoorlog werd de griend economisch steeds minder rendabel. Nieuwe producten gemaakt van stoffen als plastics verdrongen het natuurproduct van de markt. Sindsdien is het aantal grienden sterk afgenomen. Een reden om er extra zuinig op te zijn. en omstreeks 1965 werd de exploitatie beëindigd. De pacht liep nog door tot 1975.
De griend verwilderde en werd een soort wilgenvloedbos zoals men in de Biesbosch nog steeds kan zien. Hier werd na de jaren zeventig op een paar modelgriendjes na ook gestopt met het beheer van de grienden. Dit gebeurde nadat door de aanleg van de Haringvlietsluizen de werking van eb en vloed in de Biesbosch verdween.
In Ridderkerk verdween in 1975/76 door het graven van de Nieuwe haven en het verdiepen van de noord ca. 6 ha. griend. De gemeente Ridderkerk werd de nieuwe pachter en door de Stichting Drechtwerk werden de griendwerkzaamheden uitgevoerd. In de jaren negentig werd besloten uit oogpunt van bezuiniging en om meer afwisseling te bieden enkele stukken te laten verwilderen. De oogst wordt echter nauwelijks meer benut. Maar dankzij de regelmatig kap kunnen bepaalde plantensoorten zich handhaven.
Tot en met het begin van de een en twintigste eeuw werd het griendhout verbrand behoudens af en toe een partijtje waar afzet voor werd gevonden, dat werd van eenvoudig te bereiken plaatsen afgevoerd. De rook die bij het verbranden vrijkwam leverde regelmatig klachten op van de bewoners van Kinderdijk en omgeving. Toen de regering paal en perk stelde aan het verbranden van afval besloot de gemeente er mee te stoppen. Wat te doen met het vrijkomende griendhout? In eerste instantie werd besloten dit op de griendakkers op te slaan. Daartoe werd het van twee akkers naar de derde gesleept en daar op rillen gezet. Het hout werd met touw en draad vastgezet opdat het niet met hoogwater door de griend zou drijven. Maar dat gebeurde toch. Sloten raakten verspert. Toen na drie jaar er weer een kapronde volgde zag men al aankomen dat weldra alle akkers vol lagen met verterend griendhout. Dit kwam de planten diversiteit niet ten goede. Men zon op oplossingen; Een verharde weg langs de Noord, de tijsloot werd uitgediept en van klapbruggen voorzien om het hout met de boot te kunnen afvoeren. En eind 2008 werd drie (in totaal 354 m. lange) illegale onderhoudswegen aangelegd. De Natuurvereniging Ridderkerk deed aangifte van overtreding Flora en Faunawet. Uit eindelijk besloot de Gemeente Ridderkerk het beheer na enkele compenserende maatregelen aan de huidige beheerder Het Zuid-Hollands Landschap over te dragen.
De Ridderkerkse griend is bijzonder omdat het een getijden griend is. Daarvan zijn er maar een paar. Langs de Oude Maas liggen de bekende Rhoonse en Carnisse grienden. Langs de Noord het Donckse griend, aan de overkant van de Noord het Stormpoldervloedbos en de Ridderkerkse griend. De Biesbosch kent nauwelijks nog een eb en vloed beweging. In de Ridderkerkse griend is het verschil tussen eb en vloed nog een kleine meter. Planten als de spindotter komen alleen in getijde grienden voor.
De spindotter onderscheidt zich van een gewone dotterbloem doordat ze uit haar bladoksels dunne witte wortels laat groeien. Bij hoog water laat dit blad los en als een bewortelde stek drijft ze op het water mee om elders een plaatsje te vinden.
Beschreven rondwandelingen in de Ridderkerkse griend:
* Voorjaar en zomerwandeling
* Herfst en Winterwandeling
* Historische wandeling