De reigerkolonie van het Donckse Bos
Aart van Dragt
Eind januari, begin februari staan de eerste reigers alweer op de nesten. Wie in deze periode over de Donckselaan wandelt hoort aan de schelle kreten uit de boomtoppen dat de reigers op hun nesten zijn teruggekeerd. Met een takje in de snavel komt de partner met gestrekte nek aanvliegen en landt met een schorre kreet op de tak naast het nest, dat hoog in een oude eik is gebouwd.
Volgens de laatste tellingen van de Natuurvereniging IJsselmonde zijn er circa 80 nesten. Ongeveer twintig jaar geleden waren er nog 120 nesten maar door onbekende oorzaak is dit geleidelijk afgenomen. Ook hebben de reigers zich verplaatst. Was zeer lange tijd de kolonie bijna uitsluitend gevestigd in 150 jaar oude eiken die op de boomweide aan de westkant van het park staan, inmiddels hebben de reigers hun nesten over het hele park verplaatst.
De aantallen zijn is de jaren zestig van de vorige eeuw van ca. 60 nesten opgelopen tot ca. 120 rond 1990 en afgenomen naar ca. 80 in 2016.
De nog kale takken van de bomen maken het toeschouwers mogelijk het drukke op de reigersnesten te volgen. De vroegkomers hebben de beste nesten ingepikt, en trachten takken van nog niet bezette nesten te roven. Tijdens de al snel beginnende balts kunnen we de reigers met gestrekte nekken rond het nest zien vliegen. Het lijken wel ooievaars! Op het nest proberen de mannetjes met gebaren de vrouwtjes te verleiden op hun nest plaats te nemen. Ze zetten de kuifveren op en steken de snavel recht omhoog. Soms pikken ze over de nestrand alsof ze een vis willen vangen. In die tijd verkleurt (van pure opwinding?) het geel/oranje van de poten, ogen en snavel naar rood. Als begin april na vier weken broeden de eerste eieren uitkomen, arriveren er nog steeds laatkomers die nog met het nestelen moeten beginnen!
Per nest komen drie tot zes jongen uit de eieren, waarvan er na een maand gemiddeld minder dan drie over zijn. De ouders houden het nest schoon en kiepen alles over de rand; braakballen met resten van mollen en muizen, eierschalen en e.v. dode kuikens.
Al na acht weken kunnen de jongen uitvliegen. Ze worden hooguit een week bijgevoerd. Daarna gaan ze alle kanten op. Slechts een op de tien keert het volgende jaar op de kolonie terug. Circa 70 procent haalt het volgende jaar niet eens. Toch kan een reiger in de natuur gemakkelijk vijf tot zes jaar oud worden. In gevangenschap haalt hij wel 20 jaar!
Dat op deze plaats een zo grote reigerkolonie is gevestigd is te danken aan de gunstige ligging. De reigers zijn voor hun voedsel niet alleen aangewezen op IJsselmonde. Op korte afstand liggen gunstige gebieden in de Krimpernerwaard en Alblasserwaard
Voor een bezoek aan het park van Het Huys ten Donck heeft u een wandelkaart nodig:
Zo komt u aan een wandelkaart voor het Donckse Bos.