Een slijmzwam is geen paddenstoel
Aart van Dragt
Het is geen plant en het is geen dier. We noemen het een slijmzwam maar met paddenstoelen heeft het niets te maken. Een ontmoeting met een vreemd wezen het Donckse Bos..
Een zondagmiddag wandelingetje in het onvolprezen Donckse Bos. We nemen de lange route die ons achterin het bos brengt. De boomstammen, dik en dun staan er dicht op een. Hier zaait en selecteert de natuur. Aanplanten is overbodig. Het beukenblad is nog fris groen. In de vork van een boom een vogelnest, helaas al uitgevlogen.
Mijn vrouw vallen vaak details op waaraan ik voorbij loop. Dus is het niet vreemd dat zij als eerste die gele klodder “vla” op een al lang verteerde boomstronk zag liggen. Wat is dat, luidt de vraag. Dan wil je je als “natuurkenner” niet laten kennen en ergens in mijn onderbewust zijn flitst ” heksenboter, een soort zwam” op. Mijn vrouw, ook niet van gisteren, pakt thuis gelijk een dik paddenstoelenboek. Doch deze en andere paddenstoelen-boeken vermelden geen heksenboter. Hoe kan dat nou, heb ik het dan toch mis?
Mijn ultieme redmiddel is in dit soort gevallen internet! Op naar de computer. Dochterlief wil na enig tegenstribbelen wel even plaatsmaken. Gelukkig leverde de naam ” heksenboter” onmiddellijk verschillende treffers op. Naast allerlei dubieuze recepten, ook een prachtig artikel geschreven door Henk van Halm, dat de nodige uitleg verschafte en de bron is van de rest van dit verhaal. De gele smurrie blijkt een slijmzwam ( Fuligo septica). Ze bestaat uit een rondkruipende kolonie eencellige organismen die de bosgrond afzoeken naar wat eetbaars zoals bacteriën. Op een bepaald moment als er voldoende gegeten is, vormen ze een onbeweeglijk vlies waarin sporen worden gevormd, daarmee verspreiden de slijmzwammen zich. We kunnen ze het hele jaar door op de bosbodem vinden en zijn helemaal niet zo zeldzaam. Er zijn diverse soorten, maar de heksenboter is samen met de blotebilletjeszwam de meest bekende. Opgepast voor wie denkt zo’n slijmzwam mee te nemen om thuis te bestuderen. Het kleinste gaatje is voldoende voor de heksenboter om te ontsnappen. Ze kruipen gewoon cel voor cel naar buiten!
Het vreemde voorkomen heeft geleid tot prachtige verhalen: In Zweden vertelde men dat heksen en trollen ’s nachts de koeien melken en na het karnen met de boter hadden geknoeid. In Texas dacht men dat een buitenaards wezen was geland, toen daar een bewegende slijmklodder werd gevonden. Toen de brandweer het trachtte weg te spuiten vertakte het ‘wezen” zich, waarna het door het water sterk opzwol en groeide. De gouverneur wilde juist de Nationale Garde oproepen toen een paddenstoelenkenner het herkende als een veelvoorkomende slijmzwam.
De levende natuur kan niet strikt verdeeld worden in een planten en dierenrijk. Slijmzwammen vormen een apart rijk. Het blijft een vreemd wezen. Maar waarom noemen we het toch een slijmzwam?